11 JULI 1985
800
geen overvaltechniek toe te passen maar om te proberen om in ge
zamenlijkheid met Oosterhout en Teteringen tot ontwikkelingen
te komen. Ten aanzien van de opmerkingen over de contingenten
het volgende. Ik ben het met de redenering en de motie van de
heer De Zwart eens. Ik heb dat afgecheckt in het college. Daar
is geen probleem mee. Wij zullen met kracht proberen om die 90%
voor de rest en de extra 10% voor de grote steden, met name
voor Breda, gerealiseerd te krijgen. In de richting van de heer
De Bruijn het volgende. Het is een misverstand om te veronder
stellen dat wat wij over de Hoge Vucht Noord-kant gezegd heb
ben, ook maar iets te maken heeft met een massale woningbouw of
met een ruimtelijke uitleg of met concurrentie voor de Haagse
Beemden. Het is juist het punt wat ik U daarstraks noemde, plus
met name die infrastructuur-bindingen tussen Oosterhout West-
stad en Breda. Over de twee opmerkingen van mevrouw Pellis het
volgende. Over de 4 en 8 regio's is Breda, net als de 4 andere
grote steden, jarenlang volstrekt duidelijk geweest. Wij vinden
dat de provincie op het foute spoor zit door 8 erkende stads
regio's in Brabant te willen hebben. In de rest van Nederland
zijn er nauwelijks nog 8 bij te bedenken en dat je er dan 8 in
Brabant belegd waarover alle extra middelen verdeeld moeten wor
den, strookt niet met het landelijk beleid en dat is ook niet
in het belang van de 4 grote steden en ook niet in het belang
van het verstedelijkingsbeleidTegen die achtergrond hebben
wij ons vaak genoeg vastgelegd. Het is geen probleem als U die
passage nog toegevoegd wil hebben in het stuk wat definitief
naar de provincie gaat. In de stadsgewestelijke reactie staat
het al exact zo opgenomen. Ik wil niets meer zeggen over de
kwestie van de centrale. Er is een relatie met het streekplan.
U hebt dat allemaal gerealiseerd en er is vandaag genoeg over
gezegd. Over de opmerking van de heer Crul het volgende. Wij
vinden het jammer dat de streekplanherziening niet echt inte
graal is en dat bijvoorbeeld bedrijventerreinen toch weer er
gens apart worden neergelegd. Je zou die zaak integraal moeten
benaderen. We hebben er een aantal opmerkingen over gemaakt.
Overigens ben ik het volstrekt eens met wat U gesteld hebt over
de bedrijfsterreinen, die er op het ogenblik liggen, en de niet
gunstige ligging ten aanzien van woonlocaties. Dat is een pro
bleem waar we mee zitten, waarbij collega Sandberg probeert om
er ordening in te krijgen. U heeft gezegd dat U de consequen
ties bij de Hoge Vucht niet kunt overzien. Ik hoop dat duide
lijk is geworden dat wij een voorzichtige procedure willen vol
gen, waarbij wij eerst het probleem op tafel leggen. We willen
het in streekplanverband en in tropverband provinciaal herkend
zien en daarna proberen samen verder te komen. Dat heeft er dus
toe geleid dat we geen kant-en-klare plannen hebben. Over de op
merking van de heer Scharff, voor zover nog niet beantwoord,
het volgende. De kerncentrale is duidelijk. Van de geledings
zone zou ik willen zeggen dat de woonwagenlocatie Jacob Catssin-
gel in een moeilijke procedure is geweest omdat het gebied waar
in hij geducht is in de geledingszone ligt. Parkeerplaatsen
van het Diaconessenhuis kunnen niet zonder meer aangelegd wor
den omdat er dan feitelijk een herziening van de streekplanpro
cedure moet worden doorgevoerd omdat die in de geledingszone