29 AUGUSTUS 1985 823 het bedrag nu gaan besteden. Het gaat er nu om een draagvlak te krijgen en het proces goed laten verlopen. Dat is wat we U vra gen. Ik denk dat dat al moeilijk genoeg zal zijn. Overigens vind ik de discussie van daarnet over de politieke duidelijk heid heel erg goed. Als je echter aan Geeren-Noord gaat vertel len waar wij het over gehad hebben, en zij bekijken de proble men die zij nu moeten oplossen, dan vind ik dat de raad toch weer naast de problemen heeft gediscussieerd. De heer SIMONS Waarmee het college denkt zich goed gepraat te hebben. AKKOORD. 213. LASTENBEINVLOEDING IN DE VOLKSHUISVESTING. De heer BOKKELKAMP In de eerste plaats moet het mijn fractie van het hart dat het ons bevreemdt dat dit agendapunt en het volgende agendapunt nr. 214 niet samengenomen worden. Deze intentie was tijdens de commissiebehandeling duidelijk aanwezig. Uit hoofde van doelma tig vergaderen was een gemeenschappelijke behandeling veruit te prefereren geweest. Nu krijgt U tweemaal achter elkaar dezelfde soort verhalen opgediend. Ook in dit geval schaadt overdaad. Maakt het woonlastenvraagstuk immers niet een integrerend deel uit van het totale lastenverhaal van de Bredase burger? U geeft het zelf aan bij de inleiding van het preadvies, waarin gesteld wordt dat we dit stuk in samenhang moeten zien met het stuk 214. De fylosofie achter het hele gebeuren roept bij mij de as sociatie op van een judaskop. We praten hier vanavond over las- tenbeïnvloeding in de volkshuisvesting enerzijds en anderzijds hebben wij bij de Kadernota besloten de o.g.b. te verhogen. Weet de burger dan eigenlijk nog wel waar hij aan toe is? Nog navranter is als we de derde alinea lezen in de inleiding, waar in U stelt dat gemeentelijke belastingen en retributies al enke le jaren verloren zijn; dat was dan voor de Kadernota. Gaan we nu dit stuk bekijken, dan is er sprake van onevenwichtigheid, behoudens enkele behartenswaardige zaken die ook in de stukken aan de orde komen. Als we juist in dit stuk over woonlasten spreken, dan hebben een aantal zaken daar weinig mee te maken. Die zaken hebben wel te maken met het volgende stuk. Ik noem de gemeentelijke kredietbank bij tarievenbeleid en de hondenbelas ting. Dat zijn nu woonlasten. Het scala aan primaire levensbe hoeften zien wij aan ons voorbij gaan: huren, hypotheeklasten gas, elektriciteit, water, o.g.b., rioolrecht, reinigingsrecht en zo kan ik nog een tijd doorgaan. De woonlasten die op dit mo ment daadwerkelijk omlaag gaan, zijn de hypotheeklasten. In het stuk wordt gesproken over een teleurstellende, kleine, gemeente lijke beleidsruimte bij een dominerende rol van de rijksover heid. Ik vind dat als de gemeenten, en dan vooral gerekend naar de inkomenspolitiek, meer beleidsruimte zouden krijgen, dit een situatie zou creëren die veel onrechtvaardigheden zou kun nen scheppen. Als het bouwbeleid meer decentraal zou geschie den, zou dat bij voldoende middelen toe zijn te juichen, maar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 823