29 AUGUSTUS 1985 828 V.V.D. en C.D.A. zich blijkbaar niet voor. Op locaal niveau ko men ze met krokodilletranen op de proppen en met mooie woorden over ondersteuning van diezelfde minima. Natuurlijk heeft de re gering eerst alle wegen proberen af te snijden. Een inkomenspo litiek voeren, is voor de gemeenten taboe. Het zou zogenaamd rechtsongelijkheid in de hand werken. Dit is één van de belach- lijkste argumenten die ik ooit heb gehoord. Rechtsgelijkheid be staat namelijk niet op locaal niveau. We hoeven alleen maar te kijken naar de verschillen in elektriciteitstarieven, verschil len in onroerend-goedbelastingverschillen in leges enz. Als je dan consequent wilt zijn, dan moet je ook dat landelijk vaststellen en bijv. via een opslag op de inkomstenbelasting iedereen gelijk of naar inkomen aanslaan. Een dergelijk beleid bestaat niet, dus van de zogenaamde rechtsgelijkheid voor bur gers op locaal niveau is geen sprake. Andere argumenten heb ik niet gehoord, dus ik weet niet wat de werkelijke reden is waar om de gemeenten geen inkomstenpolitiek mogen voeren. Structu reel iets aan het probleem voor de minima doen, is door een der gelijke opstelling van de regering onmogelijk geworden. Plaatse lijke afdelingen en fracties van de regeringspartijen mogen nu in het kader van de bescherming van het sociale gezicht van die partijen, moord en brand gaan schreeuwen en pleisters gaan plak ken op zwerende wonden. De vraag waar we hier voor staan, is feitelijk de vraag of we het acceptabel vinden dat in onze zoge naamde welvaartsstaat nog mensen leven die op of onder de armoe degrens leven. Leven van de bijstand is nl. leven op die armoe degrens. De eisen van devrouwen in de bijstand voor verhoging van die uitkering met f 300,per maand, is geen loze kreet en zeker geen roep om luxe. Het iedereen bekende rapport "minima zonder marge" geeft dat duidelijk weer. Helaas moet ik vaststel len dat C.D.A. en V.V.D. deze vraag, in Den Haag tenminste, po sitief hebben beantwoord. Dan ga ik nu op verzoek van de voor zitter over naar de operatie pleisters plakken. Wat de volks huisvesting betreft het volgende. Op langere termijn zullen de meeste voorstellen wel enig effect resulteren, waarbij ik dan denk aan de energiebesparingsmaatregelen, samenwerking met de woningbouwverenigingen e.d. Toch is er op zich weinig nieuws on der de zon. Tegelijkertijd moet ik toegeven dat de mogelijkhe den ook vrij beperkt zijn. Zolang we niet duidelijk op de lijn van "huur naar inkomen" kunnen gaan zitten, zullen we inderdaad moeten rommelen in de marge. In de commissievergadering hebben we het al uitgebreid gehad over de verschillende voorgestelde punten. Dus die ga ik niet een voor een weer opnieuw doorlopen, maar ik kan het niet laten om in het kader van het incasso-be- leid op te merken dat het enwa op dit punt waarschijnlijk nog ingewerkt moet worden. Ik heb tenminste gemerkt dat de voor schotten juni en juli binnen 14 dagen van de rekening worden af geschreven. Een zorgvuldig beleid in deze is mijns inziens an ders. Tegelijkertijd zijn we opnieuw teleurgesteld over het feit dat met de door ons gedane suggesties niets is gedaan. We missen een duidelijke visie op de gasprijsvaststellingenDe vraag over het niet doorvoeren van een huurverhoging na groot onderhoud, wordt slechts beantwoord met de opmerking dat de ge meente dat wel doet. De opmerking dat wanneer de gemeente dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 828