29 AUGUSTUS 1985 832
Dat budget moet niet uit de lucht komen vallen omdat we nog er
gens een paar centen over hebben. Dat budget zou je moeten kop
pelen aan een maatstaf die je enigszins zou kunnen meten. Je
zou dan een benadering kunnen kiezen in de sfeer van: hoeveel
huishoudens hebben nou werkelijk problemen? Neem daar eens een
percentage voor! Ik heb het niet kunnen uitzoeken maar laten we
nu eens even een fictief percentage van 10% nemen. We zeggen
dat we bijvoorbeeld f 1 1 miljoen winst en overwinst vanuit het
enwa maken. Dat is een redelijk getal om over te spreken. Met
zo'n soort benadering, die ik nu in algemene lijnen schets, had
de notitie moeten beginnen. Een aantal punten die in het pread
vies genoemd worden, zijn eigenlijk zo vanzelfsprekend, ik heb
dat ook in de commissievergadering gezegd, dat ik me afvraag
waarom ze zijn opgenomen. Ik vind het op zich aardig om vanzelf
sprekende dingen nog eens op een rijtje te zetten. Ik vind ech
ter dat het niet helemaal correct is om dingen te presenteren
als zijnde nieuw beleid, die je in feite als goed beheerder van
de gemeente zou moeten doen. Dat is een beetje te mager. Het
derde punt waarbij ik van mening verschil met de benadering van
het college, is de functie die in de richting van de overheid
wordt vervuld. Het college neemt een zeer afwachtende houding
aan en kijkt wat de marges zijn die vande landelijke overheid
op ons af komen. Hoe kunnen we binnen die marges opereren? Het
is op zich een goede zaak, maar er zou iets bij moeten komen,
namelijk zelf sleutelen aan die marges. Dat zou eigenlijk moe
ten maar dat vraagt weer een politieke benadering van de zaak
en dat is nu net iets wat het college niet wil, althans de meer
derheid niet. Het college tracht de politieke kantjes van deze
zaak een beetje weg te slijpen. Ik kan niet veel meer doen, dan
naar voren te brengen dat ik daar anders tegenaan kijk. 5
De heer DE BRUIJN
De essentie van het preadvies 213 is dat het college consta
teert dat de gemeentelijke beleidsruimte teleurstellend klein
is, vanwege de dominerende rol van de rijksoverheid. Hier kan
je haast lezen dat die ruimte bijna frusterend klein is, omdat
je zoveel zou willen doen maar zo verrekte weinig kunt. Er
zijn twee groepen mogelijkheden die het college aanhaalt en wel
de directe en de indirecte maatregelen, met hopelijk gunstige
effecten. Dat geeft het probleem aan. Die indirecte maatregelen
met hun effecten moeten we maar afwachten. Het is altijd hopen
dat het lukt. Dat geeft gelijk aan hoe klein de marges eigen
lijk zijn. Ik wil even ingaan op de opmerking van mevrouw Pel-
lis, die zegt dat we in het verleden niet goed voor ons zelf
hebben gezorgd, met alle gevolgen van dien. Ik denk dat we in
het verleden eigenlijk te goed voor ons zelf gezorgd hebben, al
leen dat is niet structureel gebeurd en daar plukken we nu de
wrange vruchten van. Als gemeente moeten we niet op een gegeven
moment subsidiekranen open gaan zetten om gaten te dichten. Dat
wil overigens niet zeggen dat ik voor de afschaffing van huur
subsidie zonder meer ben maar het geeft wel aan dat door het
leggen van subsidiestromen we de mensen afhankelijk blijven ma
ken van iets wat we eigenlijk anders zouden willen zien. Het is
geen fundamentele oplossing, want je dicht een gat wat je zelf
geconstateerd hebt en waar je misschien zelf ook wel de oorzaak