29 AUGUSTUS 1985
839
dan je doet, en dat is ons beleid in ieder geval niet. Die con
sequentie ken ik en om die reden wil ik er op dit moment abso
luut niet op ingaan. De heer Scharff heeft het over een aantal
zaken waar ook een stap selectief terugsluizen inzit van bepaal
de gelden. Dat is dan die vorm van inkomensbeleid die de rijks
overheid gelijk zal afschieten. Dat kan niet. Alleen daarmee al
is één van Uw drietrapsraketten niet afgegaan waardoor Uw ra
ket, onmiddellijk de zee indondert. Het grondbeleid Haagse Beem
den zou in de commissie behandeld moeten worden? In de commis
sie komt de nieuwe exploitatie-opzet Haagse Beemden aan de or
de. Aan de hand daarvan zullen wij de discussie kunnen voeren.
De kamerverhuurkwestie wil ik ook naar de commissie verwijzen.
Akkoord
- ONDERZOEK GELOOFSBRIEVEN EN TOELATING VAN HET NIEUW BENOEMDE
LID VAN DE GEMEENTERAAD VAN BREDA, DE HEER W.P. VAN DONGEN.
De heer VAN DEN WIJNGAARD
De commissie adviseert tot toelating als lid van de gemeente
raad de heer W.P. van Dongen. Dat wordt onderstreept met de
handtekeningen van de heren Martens, Taks en Van den Wijngaard.
Akkoord.
214. LASTENVERLICHTING VOOR DE BREDASE BURGERS.
Mevrouw BROSKY-WESTDORP
Over het voorgaande voorstel heb ik gezegd dat het een positie
ve bijdrage kan leveren. Voor het onderhavige voorstel zou dat
een veel te zwakke formulering zijn, immers hier worden daadwer
kelijk op, naar ik hoop, korte termijn concrete plannen uitge
voerd waar de burgers direct mee kunnen worden geholpen. Een
uitstekend voorstel dat alle waardering verdient. In het afgelo
pen jaar is in de commissie Welzijn I meer dan eens uitvoerig
van gedachten gewisseld over de financiële positie van de mini
ma en de binnen het wettelijk kader toegestane geringe mogelijk
heden van de gemeente om daarin verbetering te brengen. Onze
fractie is daarom blij dat het college komt met dit voorstel
tot lastenverlichting van de Bredase burgers waardoor, in het
bijzonder voor de minima en de groep die daar direct boven zit
mogelijkheden geboden worden om in hun benarde financiële posi
tie verbetering te brengen. Ik benadruk dat het de burger zelf
is die hiertoe wel het initiatief dient te nemen. Hulp kan en
mag niet opgedrongen worden zoals in het voorstel terecht wordt
opgemerkt. De gekozen locatie, het gemeentelijk voorlichtings
centrum, zal ongetwijfeld de stap tot het vragen van hulp wat
vergemakkelijken. Bij herlezing van het definitieve voorstel,
dat gelukkig nog tijdig de in de commissie afgesproken tekstue
le aanpassing heeft ondergaan, vroeg ik mij het volgende af.
Zou het niet, ook voor de burgers, duidelijker en logischer
zijn, gezien de voorgestelde directe betrokkenheid en taak van
de gemeentelijke kredietbank, de relatie van deze bank met de
sociale dienst te versterken, respectievelijk organisatorisch