29 AUGUSTUS 1985 844 - dat de betalingsproblemen voor mensen met een inkomen dat net iets boven het minimum ligt niet veel minder zijn dan de betalingsproblemen van de minima. Besluit een ruim kwijtscheldingsbeleid te hanteren voor de mensen met een minimum inkomen, wat wil zeggen: - dat bij kwijtscheldingsverzoeken minimaal wordt uitgegaan van het norminkomen zoals dat door de rijksbelasting wordt gehanteerd - dat daarbij geen rekening wordt gehouden met de eenmalige uitkering, vakantiegeld en kinderbijslag; - dat wie net boven de norm zit een evenredig deel krijgt kwijtgescholden en gaat over tot de orde van de vergadering. De heer DE BRUIJN Alvorens inhoudelijk op de stukken in te gaan moet ik zeggen dat ik blij ben met de wijzigingen, zoals ze zijn doorgevoerd na de commissievergadering die we hierover gehad hebben. Wij vinden het een goede zaak dat middels "het beroepsrecht"de burger nog kan reageren. De titel van het voorstel doet wat meer vermoeden dan de inhoud. De titel praat over lastenverlich ting voor de Bredase burgers maar eigenlijk gaat het stuk over opheffing en de problematiek van de schulden. Dat is toch wat anders dan de lastenverlichting. Het zou wat meer kunnen sugge reren dan er in werkelijkheid instaat. Daar hangt dan als een soort wormvormig aanhangsel het Bredaas studiefonds bij. Dat komt ineens even om de hoek kijken. We houden het er voorlopig op dat we op het Bredaas studiefonds in de commissie terugkomen en dat we het daar uitgebreid over te gaan hebben. Het is nogal een forse organisatie die erop los wordt gelaten. De problema tiek is ook vrij complex. Op zich heb ik daar niet zo'n moeite mee maar we moeten het wel goed in de gaten houden met betrek king tot de effectiviteit, want we moeten geen kind met een wa terhoofd gaan creëren, waarbij je op een gegeven moment door de vrij sterke organisatie niet meer weet wat waar gebeurt en wie wat doet. De opmerking van het C.D.A. noopt mij tot een opmer king over de gemeentelijke kredietbank. We hebben daar nogal wat handelingen verricht. Eerst was de opheffing van de gemeen telijke kredietbank aan de orde. Vervolgens werd door enkele collegepartijen gezegd dat dat nou het meest onjuiste was wat je zou kunnen doen in deze tijd. Ik druk het maar netjes uit. Nu wordt er gesuggereerd om de kredietbank organisatorisch on der te brengen bij de gemeentelijke sociale dienst. Zo heb ik het verstaan. Ik denk dat we dan precies teruggaan naar het oude voorstel, wat door het college als eerste voorstel binnen was gehaald. We gaan dan precies de weg op die we met het nieu we voorstel over de gemeentelijke kredietbank juist hebben wil len vermijden. Juist het optuigen van de kredietbank, het vol waardig functioneren, de effectiviteit en het commercieel be heer werden daar mede als grondslag genoemd. Ik vind het vol strekt onjuist om op deze manier de kredietbank weer onder te schuiven bij de sociale dienst. We zouden juist veel eerder een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 844