zijn of wel gesteld zijn maar van een hele andere intonatie wer den voorzien. Het is daarom dat ik aanneem dat de tijd die ligt tussen de commissievergadering en de raadsbehandelingmo gelijk aanleiding is geweest tot een zorgvuldige en nadere be studering. Ik zal dan ook proberen de aanvullende vragen die op onderdelen vrij technisch en detaillistisch zijn, zo goed moge lijk te beantwoorden. Het is uiteraard de bedoeling, en velen hebben hierom gevraagd, dat het feitelijk functioneren op basis van evaluatie en informatie plaatsvindt. Wij moeten vooraf zeg gen dat wij, zeker bij een dergelijke veelomvattende materie, de wijsheid niet in pacht hebben, maar dat wij hier een start maken om op een bepaalde manier te werken. Een wijze van werken die uiteraard in de praktijk getoetst en eventueel bijgesteld moet kunnen worden. Ik kan dus zonder meer toezeggen dat er een evaluatie zal plaatsvinden, dat die evaluatie aan de orde wordt gesteld en dat op grond van die evaluatie, als daartoe aanlei ding is, tot bijstellingenverfijningen en aanpassingen zal wor den overgegaan. Er zijn een aantal opmerkingen gemaakt over de gemeentelijke kredietbank in relatie met de sociale dienst. De relatie kredietbank-gsdmaar ook de relatie kredietbank met andere instanties die in de hele materie betrokken zijn, is erg belangrijk. Zowel de kredietbank als de sociale dienst moeten vanuit hun eigen functionele invalshoek een bijdrage aan dit ge heel kunnen leveren. Dit betekent dat de relatie die tussen de kredietbank en de overige instanties, en in het bijzonder die met de sociale dienst, bestaat, een relatie dient te zijn die gekenmerkt wordt door afstemming op elkaar, ten einde overlap pingen, langs elkaar heen werken en niet synchroon werken te voorkomen. Het is prematuur om te stellen dat de meest ideale oplossing is dat de kredietbank bij de sociale dienst geïnte greerd moet worden of dat er afstemmingssituaties gecreëerd moe ten worden. Wel meen ik te mogen stellen dat de relaties tussen de diverse situaties optimaal moeten zijn. In dat kader kan ik U toezeggen dat er binnen afzienbare tijd een rapportage over de voortgang van het functioneren van de kredietbank komt, met name in de richting van het sociale aspect. Die zal binnen af zienbare tijd in de commissie en mogelijk in de raad aan de or de komen. Die toezegging wil ik graag doen. De heer SCHARFF De wethouder zegt toe met name de sociale kant van de G.K.B. in relatie tot dit voorstel te betrekken. Is het dan niet de bedoe ling om daarbij de totale functie van de G.K.B. te betrekken? Wethoude RöMKENS Het is de bedoeling om daarbij het totale functioneren te be trekken. Er is gesproken over de start en er is gevraagd wan neer dit gebeurt. Ik wil daar het volgende over zeggen. De heer Bokkelkamp heeft een aantal kritische kanttekeningen geplaatst bij het stuk. Hij meende zelfs het woord onrijp te moeten bezi gen. Ik neem aan dat hij niet bedoelt, dat het stuk onvoldoende doordacht zou zijn. Hij zegt dat alle invullingen die hier be doeld zijn, en hij wijst dan op de privacy, de veelheid van com missies en instellingen, met waarborgen omkleed moeten zijn, 29 AUGUSTUS 1985 847

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 847