U niet zeggen dat er geen normen zijn. Normen creëren betekent dat er normen komen. Wethouder RöMKENS We hebben in de commissie afgesproken dat de globale normering, waaraan minstens getoetst moet worden, vertrouwelijk ter kennis van de commissie zal worden gebracht. Voor zover die normerin gen te objectiveren zijn, kunnen ze openbaar worden gemaakt, zo dat men daar rechten aan kan ontlenen. Daar zal zeker uitvoe ring aan worden gegeven. De heer SIMONS Dat is niet toegezegd in de commissie maar die toezegging is er dan nu. Wethouder RöMKENS Ik heb net al gezegd dat ik meende te constateren dat er mensen in de commissie zijn geweest die er niet zijn geweest en er van avond ook weer vandoor gingen. Dat gevoel krijg ik nu weer. Die toezegging is in de commissie gedaan. De heer SIMONS Ik ben in de commissie wel aanwezig geweest en ik heb ook Uw antwoord gehoord. Wethouder RöMKENS Ik heb er geen behoefte aan om met de heer Simons hierover een welles en nietes-spelletje te gaan uitvoeren. Op dit ogenblik zijn er geen normen naar buiten te brengen, omdat die normen nog in een ontwikkelingsstadium zijn en voor zover het mogelijk is zullen die normen, indien geobjectiveerd, wel openbaar naar buiten gebracht kunnen worden nadat de commissie daar haar me ning over heeft gezegd. De heer Simons stelt allerlei vragen die in de commissies aan de orde gesteld moeten worden. Ik heb al gezegd dat de verdere uitwerking in de onderscheiden functio nele commissies aan de orde komt. Ik neem aan dat daarmee dat gene gedaan wordt wat hij bedoeld. Als hij via dit voorstel bij mij een uitspraak wil ontlokken over de invulling van een cliën tenraad van de g.s.d., zonder dat ik daarover vooroverleg heb gehad met het college, dan weet de heer Simons even goed als ik dat dat niet mogelijk is. Ik zal daar serieus aandacht aan schenken maar hij kan daar van mij op dit ogenblik geen afdoen de antwoord op krijgen. Het feit dat de heer Simons vraagt om zo ruim mogelijk gebruik te maken van de mogelijkheden die de Bijstandswet biedt via de g.s.d., is naar mijn mening een poli tiek die door de g.s.d. al gevoerd wordt. Het is dus overbodig om hiernaar te vragen. De heer Simons dient twee moties in. Ik heb gezegd dat ten aanzien van de normen voor kwijtschelding wij ons baseren op de objectieve normen die ook gelden voor de o.g.b. Dat zijn normen die ook in de informatiecirculaire zijn vastgelegd. Als hij meer wil, dan wijkt hij af van deze circu laire, waardoor het besluit voor vernietiging wordt voorgedra gen. De motie die hij indient, is overbodig en of in strijd met datgene wat in de circulaire staat. De motie is in ieder geval onaanvaardbaar 29 AUGUSTUS 1985 849

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 849