29 AUGUSTUS 1985
855
zijn er dan kennelijk toch een aantal vormfouten gemaakt, blij
kens het toegezonden gecorrigeerde raadsvoorstel. Op de sugges
tie van de heer Berkhout wensen wij niet in te gaan. Het afsto
ten en privatiseren heeft voor ons gevoel een aantal consequen
ties in de richting van het gemeentelijk apparaat. De discussie
is in hug-verband al eens eerder gevoerd en ik vind niet dat
je daar lichtvaardig even een wijziging in zou moeten aanbren
gen. Een ander punt wat hier dan toch weer bij opduikt, is het
gegeven dat er bij een aantal Bredase woningen nog steeds beer
putten zijn. Die mensen zijn vaak ook aangesloten op
riolering. Ze betalen rioolrechten en worden periodiek
geconfronteerd met de kosten van het ledigen van een beerput.
Ik heb van de kant van het college begrepen dat die situatie in
afbouw is. Die mensen worden echter wel geconfronteerd met een
lastenstijging van meer dan 100% voor de beerputreiniging. Is
het nu niet mogelijk om die mensen daarvoor ontheffing te
verlenen, temeer omdat het een aflopende zaak is en je in feite
kunt spreken van middeleeuwse toestanden. We zijn daar als
P.v.d.A. bij wi jkbezoekenin met name de oudere wijken, al
diverse malen tegenaan gelopen. Ik zou graag van de wethouder
hierop een reactie hebben en ik dien, vooruitlopend op een
eventuele tweede termijn, hiervoor een motie in.
De door de heer De Hoogh c.s. ingediende motie luidt als volgt:
De raad van de gemeente Breda op 29 augustus 1985 in vergade
ring bijeen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouder nr. 222 in
zake wijziging van artikel 5, eerste lid, van de verordening
reinigingsrechten 1984 met betrekking tot de tarieven voor ledi
ging van putten en gehoord de daarover gevoerde beraadslagingen;
overwegende dat:
- een aantal Bredase inwoners naast de jaarlijkse heffing van
het gemeentelijk rioolrecht tevens worden geconfronteerd met
periodieke kosten voor lediging van hun beerput;
- bedoelde inwoners daardoor in feite voor extra woonlasten
worden geplaats;
verzoekt het college:
de commissie Middelen en Milieu een notitie voor te leggen waar
in de omvang van deze problematiek wordt geïnventariseerd en de
mogelijkheden worden onderzocht aan deze situatie van feitelijk
dubbele betaling voor de afvoer van huishoudelijk afvalwater op
korte termijn een einde te maken.
De heer DE BRUIJN
Van beerputten heb ik niet zo bar veel verstand. De politiek
schijnt zich echter daar zo nu en dan ook mee bezig te houden.
De VOORZITTER
Er zelfs tegenaan te lopen!