De VOORZITTER Het gaat hier om een formele zaak. Wil de wethouder nu namens het college het eindoordeel over deze motie uitspreken? Wethouder RöMKENS Ik heb geen overleg met het college gehad. Ik heb die notitie toegezegd in de geest van de motie om dubbele betalingen te voorkomen. Ik ben zeer onder de indruk van de ondersteuning van de heer De Hoogh en ik ben ook bijzonder vereerd met de opmer king van de heer Martens maar ik vermag niet in te zien dat dit mijn persoonlijk standpunt zou moeten wijzigen. De VOORZITTER Dan neem ik aan dat de meerderheid, zo niet het hele college, de motie overbodig vindt en haar daarom ontraadt. De heer DE BRUIJN De conclusie dat de motie overbodig is en dat het college de mo tie ontraadt, is een conclusie die het college te pas en te on pas, wanneer het haar uitkomt, gebruikt. De VOORZITTER Wat overbodig is, ontraden wij U te doen of daartoe te beslui ten De heer DE BRUIJN Dan neem ik aan dat U deze lijn in de toekomst consequent door trekt voor alle fracties, want tot nu toe wordt dit zeer wille keurig gebruikt. De heer SIMONS De lijn van het college is over het algemeen dat overbodige mo ties van het C.D.A. en de V.V.D. worden overgenomen en geaccep teerd en van andere fracties worden afgewezen. Dat is het ver schil. De VOORZITTER Dat is niet juist. De heer DE WAAL Kijkt U de notulen er maar op na. De VOORZITTER Je kunt wel zeggen dat je een overbodige motie ondersteunt maar wij vinden deze motie volstrekt overbodig en alles wat overbo dig is, steunen wij niet. Overigens vind ik dat het college zich niet hoeft te verantwoorden over haar standpunt ten aan zien van ingediende moties. Ik stel aan de orde de motie en het voorstel De motie ingediend door de heer De Hoogh wordt hierna verworpen onder aantekening dat de aanwezige leden van de fracties P.v.d.A., P.S.P., P.P.R., P/C en wethouder Welschen willen wor den geacht te hebben voorgestemd. 29 AUGUSTUS 1985 859

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 859