19 SEPTEMBER 1985
868
De heer VAN DONGEN
Zo waarlijk helpe mij God Almachtig.
De VOORZITTER
Nu volgt de ambtseed: "Ik zweer trouw aan de Grondwet en aan de
wetten des Rijks en dat ik de belangen der gemeente Breda met
al mijn vermogen zal voorstaan en bevorderen".
De heer VAN DONGEN
Zo waarlijk helpe mij God Almachtig.
De VOORZITTER
Ik wens U van harte geluk en verzoek de secretaris U naar Uw
plaats te begeleiden.
Alvorens met de agenda te beginnen, deel ik U nog mede dat agen
dapunt 260, het initiatiefvoorstel van de PSP-fractiedoor
betrokkenen is teruggenomen, waarmee het van de agenda is afge
voerd.
II. Verkiezing wethouder.
De heer SCHURING
De C.D.A.-fractie stelt gaarne kandidaat: de heer Hofsté.
De heer SCHARFF
Ik zal het niet zo kort maken als de vorige spreker. Sprekend
namens de drie fracties P.S.P., P.P.R. en P/C zou ik eigenlijk
willen beginnen met deze verkiezing van de wethouder, zoals die
geagendeerd staat, terug te brengen tot zakelijke en politieke
proporties. Iedereen kan ziek worden, ook een wethouder. Daar
draait het niet om. Waar het wel om gaat, is het zakelijk te
voeren en kwalitatief goed beleid en het is de vraag of er hier
van sprake is geweest. De gemeente Breda kun je beschouwen als
het grootste bedrijf van de gemeente. Het college van burgemees
ter en wethouders is geen bestuur van een willekeurige gezellig
heidsvereniging die nog een bestuurslid zoekt, hoewel het er in
Breda pretstad langzamerhand wel op gaat lijken. Het management
van de gemeente moet bestaan uit professionele politici. De
raad kiest de wethouders en is daarmee het verantwoordelijke or
gaan voor die benoemingen. Daarnaast is het zo dat je ook eisen
aan die kandidaten moet stellen, zowel aan de kandidaten zelf
als aan het aantal wethouders. Politiek gezien is er een formu
le uitgerold waarin plaats was voor vijf wethouders. Ik denk
dat een dergelijk uitgangspunt volledig voorbijgaat aan het be
lang van de stad en aan een kwalitatief goed bestuur. Als daar
zes wethouders als minimum naar onze opvatting voor nodig zijn,
dan zal dat serieus genomen moeten worden. Mijnheer Taks heeft
onlangs in De Stem gezegd dat vijf wethouders eigenlijk toch
niet de goede weg is. Ik vind dat dan toch hypocriet van hem.
In de eerste plaats hebben wij altijd, vanaf 1982, gezegd dat
vijf wethouders te weinig was. De V.V.D. vond dat prima. In de
tweede plaats denk ik dat hij de bui al ziet hangen als er
nieuwe verkiezingen zullen komen. Bij de benoeming van mevrouw