21 JANUARI 1985 87 dat één gemeentebestuur de ontwikkelingen binnen de maatschap pij niet maatgevend kan beïnvloeden, maar het kan wel een aan deel leveren en het moet daar ook op bedacht zijn. We zijn van mening dat een programakkoord en de regelmatige evaluatie daar van, goede middelen zijn. Ook een Kadernota en andere beleids nota's zijn instrumenten om de vinger aan de pols te houden. De fracties van D'66 en P.S.P. zijn in hun algemene beschouwingen ingegaan op de onderlinge politieke verhoudingen. Er zijn waarderende maar ook kritische opmerkingen gemaakt. Ik denk dat deze opmerkingen veel te maken hebben met het behoren tot een minderheid in de raad. Er zijn wel eens problemen gesignaleerd met betrekking tot het democratisch functioneren van de raad. Kennelijk valt het voor sommigen toch niet gemakkelijk om te accepteren dat de meerderheid, die er vaak anders over denkt, beslist. Dat betekent echter niet dat de stem van de minderheid niet gehoord zal worden. Naar mijn mening moeten wij door een open en eerlijke discussie tot zaken komen. De P.v.d.A. heeft de aandacht gevraagd voor Vrede en Veiligheid. Ik wil namens het college daarop antwoorden dat de gemeenteraad op 20 oktober 1983 beraadslaagd heeft over de problematiek inzake de moge lijke plaatsing van kernwapens aan de hand van de "Notitie in zake de mogelijkheden en de rol van gemeentebestuur met betrek king tot kernwapens", zonder daarbij tot expliciete besluit vorming te komen. Gelet hierop zijn wij niet voornemens om met nadere voorstellen in dit verband aan de raad te komen. Hieraan doet niet af dat wij ons realiseren dat ervoor dit vraagstuk landelijk, maar ook in Breda, grote aandacht bestaat. We zien voorts in de gemaakte opmerking van de zijde van de P.S.P.- fractie geen aanleiding om nader terug te komen op de verleende éénmalige startsubsidie aan het Interkerkelijk Comité Meerzij dige Ontwapening, afdeling Breda. Met betrekking tot de deregu lering heeft de VVD-fractie gewezen op het belang hiervan. Aan het doen verwerken van aan deregulering ten grondslag lig gende uitgangspunten voor wat betreft de geldende gemeentelijke wetgeving, zijn wij tot nu toe helaas niet gekomen. Hiermee houden we wel zoveel mogelijk rekening bij het voorbereiden van voorstellen aan Uw raad tot vaststelling van nieuwe regels. De PSP-fractie heeft de aandacht gevraagd voor het stemrecht voor buitenlanders. Met betrekking tot dit stemrecht vindt de P.S.P. de eis van vijf jaar ononderbroken verblijf in Nederland om het actief en passief kiesrecht te kunnen uitoefenen discri minerend. Wij stellen daar tegenover dat ingevolge de Grondwet de wetgever ten aanzien van het kiesrecht voor niet-Nederlandse ingezetenen nadere voorwaarden kan stellen. In het wetsontwerp tot wijziging van de Kieswet worden die voorwaarden geregeld. Ik wil er nog eens op wijzen dat de belangrijkste overwegingen om een termijn van vijf jaar aan te houden hierin zijn gelegen, dat de termijn die gelijk loopt met de termijn die nodig is voor het verkrijgen van het Nederlanderschap ook vijf jaar is, dat buitenlanders na vijf jaar in het algemeen een voldoende sterke binding hebben met de Nederlandse samenleving, dat na vijf jaar meer zekerheid bestaat dat verblijf in Nederland van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 87