19 SEPTEMBER 1985
875
De VOORZITTER
Ik constateer hieruit dat de heer Hofsté is benoemd. Ik wens U
van harte geluk namens de gehele raad voor deze uitverkiezing.
Het is een verantwoordelijke functie. U stapt in een rijdende
trein; hij is weer een stuk verder dus het zal niet eenvoudig
zijn. Wij allen hebben echter alle vertrouwen dat U de functie
met grote inzet en toewijding zult vervullen. Ik wens U van har
te geluk en ik verzoek U Uw plaats aan deze tafel in te nemen.
Ik geef het woord aan de heer Hofsté.
Wethouder HOFSTé
Het is wat onwennig aan deze kant. Ik wil om te beginnen U dank
zeggen voor Uw vriendelijke woorden en ik wil de raad oprecht
dankzeggen voor het vertrouwen. Ik prijs me gelukkig dat zove-
len er getuigen van zijn en mij steunen. Die steun komt vanuit
de fractie, het partijbestuur, familieleden en vrienden. Dat is
heel erg plezierig, en vooral voor Ineke, mijn vrouw, en onze
kinderen. U hebt het al gezegd: het is een verantwoordelijke
functie. Ik ben mij daar van bewust. Ik hecht eraan in het be
lang en welzijn van Breda om daaraan te werken. Ik zie het wet
houderschap niet als een eretaak. Het is een zware functie,
maar ik wil mij daar graag met hart en ziel voor inzetten. Ik
hoop dat de raad vanavond op dat welzijn van Breda met ons een
borrel wil drinken op de Heusdenhoutseweg
De motie ingediend door de P.S.P., P.P.R. en P/C wordt hierna
verworpen onder aantekening dat de aanwezige leden van de frac
ties P.S.P., P.P.R en P/C willen worden geacht te hebben voorge
stemd
De VOORZITTER
Alvorens de ingekomen stukken aan de orde te stellen, heeft het
college er behoefte aan een mondelinge verklaring af te
leggen. Ik geef het woord aan de loco-burgemeester.
Wethouder SANDBERG
De afgelopen dagen hebben het college een tweetal brieven be
reikt vanuit Uw raad over de I.H.M.-problematiek en in het bij
zonder naar aanleiding van een aantal krantenpublikatiesEen
brief van Uw leden De Waal, Scharff en Crul bevat het verzoek
vanavond de raad duidelijkheid te verschaffen omtrent een aan
tal naar hun oordeel essentiële vragen. Daarnaast is er een
brief van de PvdA-fractie met het verzoek op zo kort moge
lijke termijn een extra vergadering van de commissies Werken en
Middelen en Milieu te houden. Ten aanzien van beide verzoeken
wil het college het navolgende zeggen. Op 12 september jl. heb
ben een tweetal leden van het college met vertegenwoordigers
van het rijk en de overige deelnemers van het Industrie- en
Havenschap meningen uitgewisseld over een mogelijke oplossing
om uit de problematiek te komen. Het ambtelijk overleg over de
inhoud van een eventueel te sluiten overeenkomst is daarna her
vat en zal volgende week worden voortgezet. Definitieve concep
ten of afspraken liggen derhalve nog niet voor. Ook het kabinet
zal zich nog op onderdelen een mening moeten vormen. Daaruit