19 SEPTEMBER 1985
878
De heer MARTENS
Ik wil in alle duidelijkheid zeggen, dat de Pv dA-fractie
veel waarde hecht aan een goed en voorbereid debat. Om dus van
avond enkele vragen te beantwoorden in tien minuten of een kwar
tier, kunnen wij ons niet in vinden. Laat dat duidelijk zijn.
Verder bemerken wij dat vanavond toch weer de politieke geloof
waardigheid in het geding komt als de wethouder zegt dat er
niets gebeurd is. We hebben tot het rijk geen toezegging ge
daan. In de laatste alinea van het persbericht, wat door binnen
landse zaken verspreid is staat het volgende. Ik neem aan dat
dat in overeenstemming met de betrokken deelnemers is gebeurd.
Daar staat letterlijk: "de deelnemers hebben de vertegenwoordi
gers van het rijk meegedeeld, dat overeenkomsten van het rijk,
inclusief de toezegging van de heer Van Amelsvoort, bij hun be
stuurslichamen te verdedigen". Mijn vraag is dan simpel, heeft
het college
De VOORZITTER
Leest U nu alles of een stuk eruit?
De heer MARTENS
Ik lees uit het persbericht
De VOORZITTER
Ja, maar staat daar nog iets achter?
De heer MARTENS
"Het is de bedoeling, dat de bestuursovereenkomst in de tweede
helft van oktober a.s. wordt getekend". Hier staat duidelijk
dat alle deelnemers in principe, dus ook in Breda, dat bij hun
bestuurslichamen zullen verdedigen. Ik bemerk tussen dit persbe
richt en de wethouder een tweedeling zoals dat tegenwoordig
mooi heet. Met betrekking tot de toezegging vanuit het college
dat op 3 oktober een gecombineerde vergadering plaatsvindt tus
sen Middelen en Milieu en Werken maakt onze fractie daar zeer
ernstig bezwaar tegen. We zijn dan bijna drie weken verder na
dat het overleg heeft plaatsgevonden tussen vertegenwoordigers
van het Industrie- en Havenschap Moerdijk en het rijk, terwijl
we via allerlei berichten uit pers en andere kanalen te horen
krijgen hoe het nu precies zit. Een duidelijk voorbeeld is het
Stadsblad, waarin met name de V.V.D. tijdens de liberale borrel
zegt, dat we de zwembaden en de schouwburg maar moeten sluiten
als er geen kerncentrales komen. Wij willen die koppeling
niet. Dat is U duidelijk en daarop hoef ik niet in te gaan. Wij
zouden ervoor willen pleiten dat U zeer ernstig in overweging
neemt om na de eerstvolgende collegevergadering, dus volgende
week donderdag, een gecombineerde vergadering Middelen en Mi
lieu en Werken te laten plaatsvinden.
De heer HENDRICKS
Zoals ik al zei, heeft het interpellatieverzoek mij niet be
reikt. Ik heb me totaal niet kunnen voorbereiden. Ik ben het
overigens met de heer Martens eens, dat in deze kwesties zorg
vuldigheid van het allergrootste belang is. Dat is tweeledig