19 SEPTEMBER 1985 887 De heer GOOS Dinsdagavond hebben we in een razend tempo eert enorme agenda van de commissie Wonen afgewerkt. Dit was één van de agendapun ten. De problemen die wij hadden en die door onze C.D.A.-frac tie zijn aangedragen, zijn nog maar een paar dagen geleden met de vraagstellingen goed beantwoord. Het is onnodig om van onze kant uit de vragen nogmaals te herhalen want dan zou hetzelfde antwoord komen. Wij ondersteunen dit voorstel. Mevrouw PELLIS Wij ondersteunen dit voorstel ook. Er is in de commissie uitge breid over gepraat. Er is ook gezegd dat er een verschuiving plaatsvindt van financiën, wat geen optimale zaak is. Wat nu re cent aan de orde is gekomen, is dat de groot onderhoudszaken ei genlijk alleen nog maar ernstiger vormen zullen gaan aannemen, en dat door deskundigen gezegd wordt dat de vergoedingen, die de gemeentes krijgen voor groot onderhoud, eigenlijk veel te laag zijn. In feite kun je met dit voorstel zeggen: er is wel een begin, maar het is eigenlijk heel klein. De vraag is: hoe kunnen wij als gemeente inspelen op zaken die eigenlijk alleen nog maar een grotere problematiek teweeg zal gaan brengen, ge zien de recente ontwikkelingen, de slechte staat waarin de hui zen verkeren en dat soort dingen. In feite zitten we toch op een minimum wat de uitkering betreft. Wethouder WELSCHEN De bewonerskant wordt hier geregeld en eindelijk, na veel aan drang van gemeenten, ook van Breda, in de richting van de ka mer, is er een regeling waardoor mensen, waar groot onderhoud gepleegd wordt, nu een structureel beroep kunnen doen op een te gemoetkoming daarin. Een tegemoetkoming betekent niet dat je de kosten neemt, maar dat een deel van de kosten vergoed wordt en dat blijft laag. Aan de bewonerskant is dat door iedereen er kend, maar het rijk en de gemeente kunnen niet anders. Wij blij ven binnen de rijksgelden. De andere problematiek die mevrouw Pellis aanduidt, namelijk het feit dat in de rijksfinanciering in de volkshuisvesting veel te weinig middelen zijn geraamd om het onderhoud van na-oorlogse woningen op een goede manier te laten plaatsvinden, is een problematiek van de kant van de ver huurder, van de exploitant. Dit is inderdaad een probleem op landelijk niveau, dat over vele honderden miljoenen zal gaan in de komende jaren en daar opgelost moet worden. Dat heeft echter met dit voorstel niet onmiddellijk iets te maken. Akkoord 243. AANGAAN VAN HET LIDMAATSCHAP VAN DE NATIONALE WONINGRAAD T.B.V. HET WONINGBEDRIJF A. De heer HENDRICKS Ik wil mijn excuus aanbieden, omdat ik vanavond wat later was. Ik hoop dat er bericht van verhindering is gekomen van de heer De Bruijn. Mocht dat niet zo zijn, dan heb ik het bij deze als nog gedaan. Waar het bij deze zaak voornamelijk om gaat is,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 887