19 SEPTEMBER 1985
890
Wethouder WELSCHEN
Nee, ik moet echt doorgaan. De termijn waarop we kunnen uittre
den, had ik vandaag natuurlijk even moeten nakijken. Gisteren
was het college niet in de stad. Vandaag is alles wat met wo
ningbedrijven te maken heeft niet in de stad, inclusief de frac
tievoorzitter van het C.D.A. In Amsterdam is een congres waar
bij het onderhoud van de na-oorlogse woningen aan de orde is.
We hebben onze mensen even niet beschikbaar. Ik zal volgende
week schriftelijk de commissie Wonen laten weten hoe het zit
met die termijnen. Gaat U er maar vanuit dat U, net als bij an
dere verenigingen, een vol jaar opzegtermijn hebt. In de rich
ting van mevrouw Van Bergen het volgende. De miljoenenschuld
waarover gesproken wordt, verstaat U me niet verkeerd, is een
geweldige ellende. Het is echter wel karakteristiek voor twee
zaken. Op de eerste plaats het feit dat het rijk een andere op
zet van de administratie wil dan een normale accountant dat
wil. Een normale accountant wil de bedragen die aan woningen
worden besteed ineens afschrijven als er geen opbrengsten tegen
over staan. Het rijk zegt: nee, dat moet je niet doen; je moet
gewoon de jaarlasten pakken en elk jaar van de A.B.R. afhalen.
Zij maken in hun regeling merkwaardigerwijs eenmalig geld bijna
structureel, denken ze. Je schuift daar natuurlijk het probleem
alleen mee naar voren, vandaar dat je veel misverstanden hebt.
Sommige woningbedrijven zeggen: we hebben geen miljoenenschuld,
want die volgen de rijksregeling en dan komen ze over vijf jaar
het verhaal pas tegen. Anderen zeggen: we hebben dat wel, maar
zij hebben dan een accountant die zich van de volkshuisvestings-
regels niets aantrekt en die gewoon zakelijk opereert. In die
termen hebben wij een schuld van de nodige tientallen miljoe
nen. Dat is een probleem, dat voor woningbedrijven in zijn alge
meenheid geldt. Ze hebben dat allemaal, omdat dat gerelateerd
is aan het oude woningbezit. Het vervelende is dat daar geen
pasklare oplossing voor is en dat je als gemeente in grote moei
lijkheden komt. Ik heb dat ook verteld in de commissie, maar ik
kom daar liever met de bedragen en met de overlegsituaties van
het rijk op terug. Toch past in dat kader een zeer sterke belan
genbehartiging en zeer goede kennis van volkshuisvestingsza
ken. Tegen die achtergrond vind ik het zeer verdedigbaar dat
wij onszelf melden binnen zo'n algemene grote koepel. De vraag,
of wij Den Haag al bezocht hebben, kan ik met ja beantwoorden.
Er is hierover een gesprek geweest met een zeer grote beroemd
heid in Nederland, mevrouw Van der Laag, die U minstens via de
Brebo-zaken kent maar die U vaak genoeg ziet. Ze komt volgende
week een hele dag hier om de hele situatie van het woningbe
drijf door te kijken met de H.I.D. en met allerlei andere men
sen, dus wij zijn daar zeer intensief mee bezig. Over de vraag
m.b.t. verzelfstandiging het volgende. De P.K.O.-brief komt na
tuurlijk naar de commissie, evenals de resultaten van de P.K.O.-
overlegsituatiesIk heb de commissie en het P.K.O. al eerder
toegezegd dat er geen enkel besluit over de toekomst van het
woningbedrijf komt, zonder dat de P.K.O. erover gepraat heeft
en de commissie de gevoelens van het P.K.O. kan meewegen in
zijn eindbesluit. Dat wordt dus volslagen open gespeeld. Het
probleem wat ik dinsdag had, was U bekend. De net aangereikte