19 SEPTEMBER 1985
894
Wethouder RöMKENS
Ja.
Akkoord
253- WIJZIGING VAN DE LOZINGSVERORDENING RIOLERING BREDA.
Akkoord
254. BESCHIKBAAR STELLEN VAN EEN KREDIET VAN F 177.000,-- AAN
DE MILIEUDIENST T.B.V. AANSCHAF WINTERMATERIEEL
De heer BERKHOUT
Mijn fractie heeft op zich geen problemen met het verlenen van
dit krediet, omdat het aan te schaffen materieel kan dienen tot
een betere dienstverlening aan de burgers. Zoals reeds in de
commissie gezegd is, ervaren wij het als een gemis dat het rap
port ter zake niet ter discussie is. Pas daarbij kunnen de meri
tes van de gefaseerde aanpak van materieel-vernieuwing en mate-
rieel-vervanging worden voorzien tegen de achtergronden van ver
betering van de dienstverlening. Het is jammer dat ook nu nog
dat rapport niet voor ons ter bespreking is.
De heer VAN DEN WIJNGAARD
Onze fractie hoopt dat dit de eerste veilige stap voorwaarts is
op het gladde pad der gladheidsbestrijding van onze gemeente.
Terecht wordt door de milieudienst geconstateerd in haar nota
winterdienst 1984/1985 dat er een diepgaand onderzoek heeft
plaatsgevonden naar deze gebrekkige, en voor mij te kostbare
dienstverlening. Logisch is het dan ook, dat zij schrijft dat
het belangrijk is dat er nu maatregelen genomen moeten worden
om herhaling van die werkwijze te voorkomen. Wij onderschrijven
dat. Aangaande het beleidsmatige aspect van die nota komen wij
later nog kritisch terug bij een andere gelegenheid zoals de be
handeling van het rapport winterdienst. Effectieve gladheidsbe
stri jding is een noodzaak voor onze gemeente, voor haar bewo
ners en haar passanten. Hiervoor is o.a. benodigd een gedegen
aanvalsplan, goed materieel en gemotiveerd personeel. Onze frac
tie ondersteunt hierbij Uw aanvraag voor de aankoop van mate
rieel ten bedrage van f 177.000,
De heer SCHARFF
Ik kan met het voorstel akkoord gaan. Over de inhoudelijke be
spreking heb ik nog enige opmerkingen. Die komen te zijner tijd
bij de behandeling van de nota terug.
Wethouder RöMKENS
Alle sprekers hebben erop gewezen, dat de nota winterdienst op
3 oktober in de commissie aan de orde zal komen. Het is terecht
dat de heer Berkhout zegt, dat die nu niet ter discussie
staat. Daar heeft hij gelijk in, maar dat wil niet zeggen dat
die niet bekend is. In het preadvies wordt daarom ook gezegd
