10 OKTOBER 1985
922
het aan de orde zijnde onderwerp en rekening houdend met het op
plaatselijk niveau waarneembare gevoelens mogelijk, dat het ge
meentebestuur hierover hun uitspraak doet. Wij achten een derge
lijke benadering mede vanwege de uiteindelijke slechts uiterst
marginale overige bevoegdheden in deze reëel, waarbij wij te
vens op het uitzonderlijke karakter en betekenis van dit onder
werp wijzen. De rol van de gemeenteraad met betrekking tot het
vredesbeleid is beperkt. Daarom moet er met de mogelijkheden
die er zijn, naar onze opvatting alles gedaan worden om die ook
te benutten, vandaar dat wij de raad nu om een uitspraak vra
gen. Ons voorstel is tweeledig. Enerzijds vragen wij de raad
een stellingname uit te spreken en instemming te betuigen met
de strekking van het volkspetitionnement en hiervan mededeling
te doen aan regering en staten-generaalIk kom daar zo meteen
op terug. Anderzijds vragen wij de raad om een soort uitbrei
ding van het comité van aanbevelend functioneren in de richting
van de Bredase burgers. Het is de overtuiging van de indieners,
dat het niet plaatsen van kruisraketten in Nederland een posi
tieve bijdrage zal zijn op weg naar een situatie van meer vei
ligheid. In deze uiterste belangrijke zaak is door een aantal
maatschappelijke groeperingen het initiatief genomen om van het
petitierecht van de bevolking gebruik te maken. Een recht, dat
overigens ook de gemeenteraad toekomt. Ik verwijs hierbij naar
de notitie van het college, die ik al eerder heb aangehaald in
zake de kernwapens op pagina 5 waarin dat uitdrukkelijk ook als
mogelijkheid vermeld wordt. De indieners beschouwen in deze zin
hun voorstel als een invulling van een petitierecht van de raad
en als een ondersteuning van het volkspetitionnement. Met deze
opmerking heb ik eigenlijk al gereageerd op kritiek die vanuit
de raad geuit is. Ik denk dat de raad zelfstandig bevoegd is
zich uit te spreken over iedere zaak, waarvan zij vindt dat ze
zich moet uitspreken. Dit is een recht wat de raad heeft, zoals
de bevolking het petitierecht heeft om zich over welke zaak dan
ook uit te spreken. Ik zou willen besluiten met een citaat van
de burgemeester van Venray die de volgende woorden heeft
gesproken op een conferentie op 9 juni 1983 in Amersfoort onder
de titel lokaal bestuur en vrede en veiligheid. De burgemeester
deed een aantal constateringen over de kernbewapening. Daarna
ging hij als volgt verder: "Deze constateringen kunnen ook de
in defensie-aangelegenheden ondeskundigen tot de conclusie lei
den, dat het onverantwoord is om als dreigement en dat nog wel
ter bevordering van de onderhandelingen om aan het wereldvoor-
raadsvernietigingsmateriaal nog nieuwe hoeveelheid toe te voe
gen, nog afgezien van het feit dat het in vele ogen gaat om een
nieuwe soort die het risico van een nucleaire oorlog in West-
Europa eerder vergroot dan uitsluit". Een ander citaat luidt:
ook is het voor iedereen duidelijk dat kernontwapening tweezij
dig of liever meerzijdig moet geschieden. Wie het werkelijk
wil, moet bereid zijn zelf de eerste vertrouwenwekkende stappen
te zetten en creatief om te gaan met dergelijke initiatieven
van een tegenstander. Hierdoor komt een proces op gang, dat de
wedloop in de bewapening doet keren in een overeenkomst tot ont
wapening". Dit is een citaat uit een toespraak van bisschop
Ernst op 11 april 1983 in Antwerpen. Ik citeer dit om U aan te