10 OKTOBER 1985
935
afdeling financiën dermate is dat men daar vroegtijdig op is
gaan inspringen. Problemen zijn er natuurlijk elk moment, dat
je erin springt. Op dit ogenblik is het een gunstige periode.
Je kunt daar niet in voorzien en het levert toch op langere ter
mijn vrij veel voordeel op voor de gemeente Breda. Ik kan me
ook nog de commissievergaderingen herinneren bij de voorganger
van de huidige wethouder Middelen en Milieu. Met de allereerste
voorganger, de heer Van Dun, hebben we in 1982/1983 al in de
commissie hierover gefilosofeerd. Het was toen wel zo dat de
marktrente op dat moment niet zo gunstig was. Ik geef de wet
houder groot gelijk dat hij op een gegeven moment heeft gezegd:
die vragen van de heer Scharff zijn jammer. Hij is er misschien
op dat moment niet bij geweest en zijn voorganger heeft dat ken
nelijk niet aan hem overgedragen. Nogmaals, het is een hele goe
de zaak dat wij op deze wijze bezig zijn. Het levert veel op
voor Breda. We moeten daar dit soort bedragen, die dan eventu
eel vrijkomen op termijn, beslist niet gaan omzetten voor aller
lei leuke dingen. Probeer de financiële positie van de gemeente
Breda een beetje gunstiger te maken.
De heer DE "HOOGH
De heer Bokkelkamp praat over leuke dingen voor de mensen in de
financiële positie van Breda. Wat vindt hij nou eigenlijk leu
ker? De heer Bokkelkamp moet met mij erkennen dat het erom gaat
dat de financiën een middel is om het in Breda wat leuker te ma
ken. Ik snap die laatste opmerking helemaal niet.
Wethouder RöMKENS
Op de eerste plaats heb ik met genoegen geconstateerd, dat alle
sprekers uiteindelijk blij zijn met de transactie als zodanig,
gezien het feit dat dit voor de gehele financiële positie van
de gemeente Breda aanmerkelijk positieve effecten heeft. Ten
aanzien van de vragen die gesteld zijn, volg ik even de rij van
sprekers. De heer Van den Wijngaard zegt: waarom maar twee of
fertes? De heer De Hoogh zegt: er is feitelijk maar één offer
te. De vragen kan ik gezamenlijk beantwoorden. Iedereen die een
beetje thuis is in de geldwereld weet dat, wanneer je met aan
merkelijke bedragen op de markt komt om te gaan lenen, je diver
se offertes gaat aanvragen. Weliswaar gaat de veronderstelling
op, dat daar een zekere doublure inzit, maar in feite wordt dit
bedrag dan vier of vijf maal op de geldmarkt gevraagd om te le
nen. Dit heeft gewoon een rente-opdrijvend effect. Vandaar dat
het college bewust gekozen heeft om twee offertes te vragen, op
de eerste plaats bij de B.N.G. en op de tweede plaats bij de
A.B.N. van beide banken mogen wij aannemen, dat zij voor wat be
treft hun solvabiliteit met recht genoemd mogen worden. Dat is
de reden waarom er maar twee offertes gevraagd zijn, mijnheer
Van den Wijngaard. De heer De Hoogh zegt dat er in feite maar
één offerte is. Ik koppel daaraan waarom achteraf, toen de
B.N.G. afhaakte, er geen tweede gevraagd is. Wij hebben op een
bepaald ogenblik in de commissie gezegd dat wij aan twee banken
offerte hebben gevraagd, die donderdag om 12.00 uur binnen moe
ten zijn. Om 11.55 uur bleek, dat de B.N.G. niet in staat was
om zo'n offerte te doen voor het totaal gevraagde bedrag. Naar