10 OKTOBER 1985 936 de redenen daarvoor kan ik gissen. Op een bepaald ogenblik springt men op de markt. Men probeert een grote institutionele belegger te vinden om het totaalpakket onder te brengen. Als men bij diezelfde grote institutionele belegger komt als een andere bank, kan ik me voorstellen dat het totaalpakket niet aangeboden wordt. Kortom, de B.N.G. kon op dat ogenblik het to taalpakket niet aanbieden. Ik vind het dan niet correct ais je zegt: naast U is er nog aan een andere bank offerte gevraagd, U hebt tot dan de tijd. Je kunt zeggen: ik heb nu een offerte, wilt U nog Uw offerte 48 uur gestand doen, afgezien van de vraag of we het zouden doen, om dan in afwijking van de af spraak nog een nieuwe offerte te vragen. Wij vinden dat we twee offertes gevraagd hebben. Daaruit komt deze als beste te voor schijn, op grond van het feit dat de B.N.G. geen volledige of ferte kon aanbieden. De heer Van den Wijngaard vraagt vevol- gens: waarom is er geen conversie stadsverwarmings- en woning wetleningen? Wij hebben het daar in de commissie ook over ge had. Ik neem aan dat de heer Van den Wijngaard inmiddels de bij dit voorstel behorende college-omslag heeft ingezien en dat hij gelezen heeft dat het college heeft besloten om een en ander na te gaan over de conversiemogelijkheden van stadsverwarmings- en woningwetleningen. Het is U allen duidelijk dat zowel aan de le ningen stadsverwarming, als de woningwetleningen aspecten zit ten, die hierbij niet volledig vergelijkbaar zijn. Naast conver teren kan dat ook betekenen dat een bepaalde relatie naar de toekomst toe met rijksbijdragen onder druk komt te staan. De voor- en nadelen zullen dan afgewogen moeten worden. Bij stads verwarmingsleningen weet de heer Van den Wijngaard beter dan ik, dat er een duidelijke relatie is met garanties van het mini sterie van E.Z. en de NEON. Dat zullen dus ook zaken zijn, die daaraan gekoppeld moeten worden. Derhalve zijn er aparte opera ties in voorzien. Wij hebben U ook toegezegd dat daaraan ge werkt wordt. De heer Van den Wijngaard vraagt of de uitkomst inderdaad f 864.000,structureel is. Bij het contant maken, ziet U bij deze operatie dat er netto een rentevoordeel zal ont staan van f 25.000.000,Wanneer je dat contant maakt, kom je aan f 10.000.000, Tegen een rente van 8/6 betekent dat inder daad f 864.000,structureel. Voor degenen die het niet begre pen zouden hebben; dat houdt niet in het jaar 2007 op. Dan houdt wel de laatste lening op, maar het structureel effect is een gegevenheid. De heer De Hoogh zegt dat er niet speculatief gehandeld is. Ik denk dat dat een goede zaak is. Juist als over heid moet je niet op de speculatietoer gaan. Er zouden mogelijk voordelen aan verbonden kunnen zijn, maar voor hetzelfde geld kunnen er nadelen aan kleven. Het is erg belangrijk om dat uit te sluiten, vandaar dat ook hier sprake is van één samenhangen de operatie. Enerzijds converteren en anderzijds herbeleggen in hetzelfde contractuele pakket. Op die manier weet je exact wat de kosten en de opbrengsten zijn tegen dezelfde looptijd van de leningen, zoals die er oorspronkelijk waren. In de richting van de heer De Hoogh zeg ik terecht, dat er voorzichtig geopereerd is. Als locale overheid moeten wij dat ook doen. Wij beheren

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 936