10 OKTOBER 1985
939
U wilt goedkoop en ongenuanceerd schreeuwen, de besluitvormers
van toen onzorgvuldig gehandeld hebben. Daarbij wordt de indruk
gewekt als zou het hier gaan om C.D.A. en V.V.D. In dit kader
is het goed om te refereren naar de beraadslagingen van toen.
Het volgende citaat komt uit de raadsvergadering van 1 juni
1971 van bijvoorbeeld P.v.d.A., of zo U wilt, toenmalig pact
woordvoerder Spanjer. Ik citeer: "Toch ben ik van mening dat
wij moeten meedoen. In de eerste plaats omdat ik meen dat wij
niet een abnormaal groot risico lopen, in de tweede plaats om
dat Breda een centrumfunctie heeft te vervullen en in de derde
plaats omdat dit industrieschap zonder Breda toch doorgaat,
want het bestaat namelijk".
De heer MARTENS
Ik zal de laatste zijn die het kan en ook niet zal ontkennen
dat de P.v.d.A. destijds voor deelneming aan het Industrie- en
Havenschap Moerdijk heeft meegestemd; integendeel zelfs. Het
gaat nu alleen om de oplossing van de sanering van het Indus
trie- en Havenschap Moerdijk. Ik denk dat we daar anders tegen
aan kijken.
De VOORZITTER
De heer De Zwart raag natuurlijk citeren.
De heer DE ZWART
Ik citeerde wat het verleden ons gebracht heeft. Ik kom er di
rect nog even op terug. Enige nuancering van ons zo juist ver
woorde principiële standpunt met betrekking tot de rijksverant
woordelijkheid, lijkt ons echter op z'n plaats, gezien de vol
gende twee citaten uit dezelfde raadsvergadering. C.D.A.-wet
houder Broeders, pratende over de aan de Shell berekende grond
prijs van f 20,per m2zei het volgende: "Mijn bedoeling is
geweest te voorkomen dat wij nu, na zoveel tijd, in de gemakke
lijke positie verkerend van achteraf te kunnen oordelen, zouden
zeggen dat die onderhandelingen en die prijs eigenlijk fout ge
weest zijn. Ik heb gewoon willen zeggen dat men, wil men dit
kunnen beoordelen, de zaak moet terugdraaien naar de toen beken
de gegevens en naar de betekenis die men toen hechtte aan de
vestiging van een bepaalde industrie in dat gebied. Pas dan zou
men kunnen zeggen of de beslissing die toen genomen is fout of
niet fout was. Wij hebben alleen gesignaleerd, en naar ik meen
terecht, dat die beslissing in de toekomst wel gevolgen kan heb
ben. Dit is een zaak die wij op dit moment heel duidelijk voor
ons zien". Een laatste citaat van dezelfde C.D.A.-wethouder
Broeders. "Ik moet de raad er bovendien op wijzen dat wij, als
wij de regeling, zoals die nu voorligt, aannemen, de verantwoor
delijkheden niet meer bij anderen kunnen laten. Wij stappen in
het schap zonder voorrecht van boedelbeschrijving, aanvaardend
hetgeen er gebeurd is". De raadsleden Paulussen en Crul zullen
zich deze citaten als toenmalige aanwezige raadsleden ongetwij
feld herinneren en daarbij dan gelijk terugdenken aan het zon
der hoofdelijke stemming unaniem aangenomen voorstel om toe te
treden tot het I.H.M. Oneens zijn wij het ook met de door het
rijk aangegeven of, zo U wilt, gedicteerde verdeelsleutel. Met