10 OKTOBER 1985
941
het bedrijfsrisico hiermee in voldoende mate is geminimali
seerd, zal de tijd moeten leren. Geheel gerust zijn wij daar
niet op, hoewel wij uit de commissievergadering begrijpen dat
er inmiddels al wel 24 ha. zijn verkocht. Laat dit een stimu
lans zijn. Ten derde: er bestaat formeel op dit moment geen in-
gebruiknamebestemming voor zowel de I.H.M.-terreinen als het Do
meinareaal. Ten vierde: er is een alleszins acceptabele rege
ling met betrekking tot het meedelen in de opbrengst van de
gronden welke naar Domeinen overgaan. Tot slot over onze poli
tieke beoordeling het volgende. Met inachtneming van het gege
ven dat het uiteindelijke onderhandelingsresultaat gekarakteri
seerd moet worden als het beste van het slechtste, is het C.D.A
van mening dat het college, casu quo leden van het college, op
gepaste wijze de belangen van onze gemeente heeft verdedigd.
Wij zijn van mening dat dit gebeurd is op een bestuurlijk cor
recte wijze en binnen de door de raad expliciet en impliciet
aangegeven onderhandelingsruimte, zowel in financiële als in
grondbestemmingszinTeleurgesteld en ontstemd zijn wij over
het door de P.v.d.A. in het college uiteindelijk ingenomen min
derheidsstandpunt. Naar onze mening maakt de P.v.d.A. er zich
te gemakkelijk vanaf door deze bestuursovereenkomst te verwer
pen en geen alternatieve oplossingen aan te dragen waarin dan
ook duidelijkheid verschaft wordt over de omvang van de aan die
oplossingen verbonden financiële gevolgen. Nu verwerpen bete
kent dat elke maand vertraging Breda immers 350.000 gulden
kost. Rest ons nog een slotvraag die wij via U in de richting
van de P.v.d.A. willen stellen. Van deze partij zouden wij wil
len vernemen of dit college naar hun mening wel of niet binnen
de gegeven randvoorwaarden het maximale onderhandelingsresul
taat heeft bereikt.
De heer LITTOOIJ
Vanavond spreken we over een gedeeltelijke oplossing van de
financiële problemen van het I.H.M. Laten we allereerst vast
stellen, dat het een unanieme wens van de raad van Breda was om
via de sanering tot een oplossing te komen. Zowel de raad als
het college was in grote mate verontrust over het alsmaar bij
schrijven van de rente op de grondprijs, waarvan ieder wist dat
dit niet zo door kon gaan. Vanavond hebben we de mogelijkheid
dit proces te stoppen. Helaas gebeurt dit niet op een manier
die we ons wensten. Niemand zal de behoefte voelen om bij dit
voorstel de vlag uit te steken. Integendeel, slechts een ge
deelte van onze verlangens zijn gehonoreerd. Bij de onderhande
lingen is door het rijk een muur van tegenstand opgeworpen waar
bij de Shell-verliezen niet genoemd mochten worden. Slechts een
gedeelte van dit verlies wordt betaald. De rest is voor reke
ning van de deelnemers. Nog onredelijker vinden we de verdeling
over die deelnemers. Breda en provincie betalen onevenredig
veel. Bij ons roept dat de vraag op of de partners eigenlijk
wel naar hun draagkracht hebben bijgedragen. De staatssecreta
ris praat wel over een "maximale financiële bijdrage van de
deelnemers", maar hij gaat dan wel erg grof te werk. De kleine
re gemeenten worden over één kam geschoren, alsof er geen ver
schillen zijn tussen de gemeenten onderling. Breda wordt voor