10 OKTOBER 1985 943 De VOORZITTER Jawel, maar de heer Littooij is aan zijn laatste zin bezig en U staat als volgende spreker op de lijst. De heer MARTENS Ik moet wel aantekenen, dat ik er grote bezwaren tegen heb. De heer LITTOOIJ De V.V.D.-fractie wilde vanavond een zakelijke inbreng leveren zonder politiek geharrewar. We zoeken voor Breda een zo goed mo gelijke oplossing. Zonder allerlei afleidingsmanoeuvres staan we voor de beslissing en de verantwoordelijkheid aanvaarden we. Onze fractie gaat met pijn in het hart akkoord met Uw colle gevoorstel. We hopen wel dat na deze discussie de rijen van de collegepartijen zich weer sluiten, want na dit gebeuren is er weer veel werk aan de winkel voor het I.H.M. Dit kan een posi tieve bijdrage leveren aan de oplossing voor het I.H.M. en haar partners, want in ons aller belang zal deze zandbak toch een keer volgebouwd moeten worden. De heer MARTENS Er is al eerder opgemerkt dat in twee bijeenkomsten met de com missies Middelen en Milieu en Werken in ruim zes uur gesproken is over de voor ons liggende bestuursovereenkomst. We zouden er eigenlijk nog wel zes uur over kunnen spreken met elkaar, maar de standpunten zullen niet dichter bij elkaar komen. Het lijkt me dan ook niet zinvol om alles wat in de commissie gezegd is hier te gaan herhalen. Ik wil me dan ook hoofdzakelijk beperken tot de hoofdpunten uit dat betoog. Er blijft voor de P.v.d.A.- fractie een financieel onverantwoord gat aanwezig van 75 mil joen gulden, waardoor het risico aanwezig blijft dat vanaf 31 december 1986 de deelnemers alsnog de 20 miljoen gulden op moe ten gaan brengen. Met dit financieel risico gaat er naar onze mening een duidelijke koppeling gelegd worden met betrekking tot kerncentrales. De besluiten zijn versneld genomen door het kabinet in casu Van Agt van de provincie. Ik kom nu misschien een beetje in de richting van de heer De Zwart terecht. Tegen deze achtergrond is de inbreng van Breda zeer beperkt gebleven en de onderhandelingsdelegatie is in een onmogelijke positie ge manoeuvreerd. Dat staat eigenlijk ook in wezen in het verslag van de commissie Middelen en Milieu wat de wethouder gezegd heeft op 3 oktober. Naar onze mening zijn de mogelijkheden om de Tweede Kamer in te schakelen niet benut. De PvdA-fractie had het risico van een patstelling willen nemen. Het Bredase college had evenals het college van Zevenbergen moeten stellen, dat het probleem er wel degelijk ligt. Mag ik in dit verband nog eens wijzen naar het verslag van 12 september, waarin Van Agt op blz. 6 enkele uitspraken doet in de richting van de staatssecretaris over het niet noemen van een aantal zaken. Ge baseerd door de uitspraak van de Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant van 2 oktober in Amsterdam, gebeurt dit nog een keer. Hierin bevestigt hij dat in Brabant zeer waarschijnlijk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 943