21 JANUARI 1985 94 en ik kan me beperken tot de mededeling dat men zich thans met de tekst, zoals ze in de politienota is opgenomen, kan vereni gen. Ook de politie onderschrijft natuurlijk de noodzaak van goede hulpverlening en het is, zoals uit de politienota blijkt, zo dat, en dat erkent Uw raad ook, met name de handel in de drugs moet worden aangepakt. Ten aanzien van de openbare veilig heid merkt de CD. A-fractie op, dat als wij bijvoorbeeld over invulling van bestemmingsplannen spreken, hieraan een nieuwe dimensie in casu de veiligheid moet worden toegevoegd. De heer Welschen zal daar nog iets over willen zeggen. Ik ben het er in ieder geval mee eens dat in deze, de signalen en adviesfunctie van de politie meer gestalte moet krijgen. Naar aanleiding van het verzoek van de VVD-fractie om in het kader van de pro jectsurveillance ook te surveilleren in de wijk, verwijs ik U naar mijn betoog omtrent de bestrijding van de kleine criminali teit. Daarin heb ik gesteld, dat mochten zich er knelpunten in de wijken voordoen, dit ook in die wijk in het kader van de projectsurveillance moet worden aangepakt, indien gewenst door zichtbare surveillance. Ik zie dat daarmee mijn half uur om is en ik kom daarom helaas niet meer toe aan antwoorden op een aan tal persoonlijk aan mij gerichte vragen. Ik denk ook dat die minder relevant zijn voor het gemeentelijk beleid. De beantwoor ding kan wellicht nog in tweede instantie gebeuren. Ik zou ten slotte willen eindigen met U dank te zeggen voor de wijze waar op U, en dan spreek ik ook namens ons politiekorps, de waar derende woorden voor het functioneren van ons gemeentelijk poli tiekorps in deze hebt willen uitspreken. Wethouder VAN DUN Mijn beantwoording zal wat fragmentarisch zijn omdat deze porte feuille, in tegenstelling tot wat U zei, niet zwaarder is maar misschien wat groter in aandachtsvelden en dat de raad niet na gelaten heeft om over elk aandachtsveld tenminste een aantal vragen te stellen. Ik acht mij verplicht die vragen te beant woorden. Ik denk dat ik mij niet, zoals de heer Taks, zal bedie nen van het lightmotief van mijn verhaal in de geest van "raad of college aan de macht". Ik denk dat ik het maar gewoon bij de beantwoording moet laten. Mocht ik mijn tijd overschrijden, ik heb van mijn collega Römkens, in de wandeling Frans genoemd, een kwartier mogen lenen omdat hij aan zijn kwartier genoeg heeft. Zo ziet U maar dat het samendelen, het C.D.A. ook niet vreemd is. De heer MARTENS Ik heb er geen enkel bezwaar tegen dat het college onderling met tijd gaat zitten schuiven, maar dat hadden we in het frac- tievoorzittersoverleg misschien ook voor de fractievoorzitters wel kunnen doen. Wethouder VAN DUN Als de fractievoorzitters niet het particulier initiatief op kunnen brengen wat het college kennelijk wel doet, is er toch

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 94