10 OKTOBER 1985 944 kerncentrales zullen komen. Wij vrezen dan ook dat de meerder heid van het Bredase college aan de bezwaren van de P.K.B.-pro cedure voorbij zal gaan. Uit onze informatie uit de Tweede Ka mer is gebleken, dat er wel degelijk mogelijkheden aanwezig wa ren. De motie van de C.D.A.-er Hennekam en de V.V.D.-er Jacobse geeft die ruimte. Conclusie is: er is ook nog niet akkoord ge gaan en je had de Tweede Kamer een uitspraak over deze zaak moe ten laten doen. Als alle deelnemers de overeenkomst onderteke nen, wordt die mogelijkheid afgesneden. Wij willen hierover dan ook een motie indienen, waar ik aan het einde van mijn betoog op zal terugkomen. De overeenkomst, die nu voor ons ligt, zal nog jaren, als er geen grond verkocht gaat worden, als een steen om de nek van de deelnemers in het schap blijven hangen. Tot slot hebben we in de commissies Middelen en Milieu en Wer ken uitvoerig gediscussieerd over de cijfermatige kant van de zaak, over de financiële risico's. Ik wil nu toch met een wat meer algemene opmerking mijn betoog afsluiten. Bij de V.V.D. zowel landelijk als plaatselijk, is het altijd helder geweest en was men bereid om kernenergie toe te staan onder een aantal voorwaarden maar dan wel een voorwaardelijk ja. Bij het C.D.A. is dat beeld veel onduidelijker. In het landelijk verkiezings programma van het C.D.A. staat: zolang er geen oplossing is voor kernenergie of voor kernafval, mag niet verder gegaan wor den met kernenergie. Naar onze mening is er geen oplossing voor het kernafval en dus hoe serieus neemt het C.D.A., zowel lande lijk als plaatselijk, zijn verkiezingsprogramma? De heer DE ZWART Zodanig serieus, dat wij er erg veel waarde aan gehecht hebben dat het college met het onderhandelingsresultaat naar huis is gekomen. Er heeft een daadwerkelijke ontkoppeling plaatsgevon den naar de bestemmingen, zoals ze door de heer Martens zijn aangegeven. De heer MARTENS We blijven daar toch van mening over verschillen. Die ontkoppe ling ligt er voor ons niet. Er zit wel degelijk in het hele voorstel een koppeling met betrekking tot het realiseren van kerncentrales. Is het verslag van 15 mei zegt wethouder Sand- berg letterlijk: "bovendien vind ik het politiek onbegrijpe lijk" en dan praat hij in de richting van de heer Lubbers, "dat in een provincie waar op grote schaal C.D.A. en V.V.D. samenwer ken net als op landelijk niveau de kiezers met een dergelijke opstelling worden geconfronteerd." Mijn conclusie kan niet an ders zijn dan dat de oplossing, die nu voor ons ligt, een lande lijke oplossing is en voor Brabant een slechte zaak. Dat deze oplossing ook door het plaatselijke C.D.A. en de V.V.D. ge steund wordt, is voor mij dan ook onbegrijpelijk. Over de motie die wij hebben aangekondigd, het volgende. Wij zien met de mo tie die voor ons ligt de toekomst zwart in. Bovendien vinden wij dat in de Bredase politiek een zwarte bladzijde bijgeschre ven dient te worden. Bij hoge uitzondering hebben wij dan ook onze motie van een zwarte achtergrond voorzien.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 944