10 OKTOBER 1985
952
stelt vast:
1. het ondemocratische optreden van C.D.A. en V.V.D. tijdens de
Moerdijkaffaire;
2. het college, en in het bijzonder de onderhandelaars namens
het college, door haar stellingname op 11 september en tij
dens de onderhandelingen op 12 september een opstelling heb
ben gekozen die haaks staat op de eerste opstelling van de
gemeenteraad van Breda;
3. dat zonder enige (juridische) noodzaak, het college en de on- 5.
derhandelaars akkoord gaan met de onevenredig hoge lasten
voor Breda; een opstelling waardoor verder de koppeling fi
nanciële problematiek/vestigingen wordt onderschreven. en
De raad besluit: De
4. het inschakelen van de raad door het college als onjuist en Wi
onvoldoende aan te merken; ge
5. de door derden gevoerde procedure af te wijzen; bi
6. afstand te nemen van het resultaat van de onderhandelingen, za
er
en gaat over tot de orde van de vergadering. ha
de
MOTIE 3 ac
da
De gemeenteraad van Breda, in vergadering bijeen op donderdag ma
ui
stelt vast: me
1. een falende voorbereiding door het college waardoor onder za
meer de raad geen werkelijke keuzes in de Moerdijk-problema- Br
tiek (meer) heeft; in
2. via de verdeelsleutel onevenredige hoge lasten voor Breda me
met daarenboven blijvende langdurige en weer oplopende risi- ge
co's en structurele financiële lasten; te
3. de koppeling vestigingen (kerncentrales-opslag kernafval)/ mo
financiële problematiek door het resultaat van de onderhande- wa
lingen door het college en de onderhandelaars als onafwend- aa
baar in hun stellingname is meegenomen; ze
ri
geeft het college in overweging: de
4. met de deelnemers aan het Industrie- en Havenschap Moerdijk ke
(I.H.M.) in eerste aanleg in onderhandeling te gaan over de ui
volgende gezamenlijke oplossing van de problematiek, ku
4.1. de afwijzing van de vestiging van kerncentrales en is
opslag kernafval;
4.2. de financiële deelname van Breda via de verdeelsleutel We
van de gemeenschappelijke regeling dan wel acceptatie Ik
van de in de overeenkomst genoemde regeling, mits: vo
4.2.1. het I.H.M. wordt ontbonden dan wel dat Breda zon pl
der verplichting uit het I.H.M. kan treden (met di
in acht name van het gestelde onder 4.2.2.), de
gronden komen opnieuw in eigendom van de desbe tr
treffende gemeenten; ge
si
sl
10 oktober 1985, 00