21 JANUARI 1985
95
een klein verschil in handelen. Ik mag me tenslotte aansluiten,
en ik doe dat ook als wethouder van personeel en organisatie,
bij Uw dank in de richting van de raad, daar waarbij men lovend
over onze ambtenaren spreekt. Ik voeg daaraan toe, dat ik toch
ook bijzonder veel dank ervaar in de richting van de ambtenaren
van financiën, die niets meer zijn dan anderen, maar waarbij de
bui de laatste tijd ook wel goed terecht gekomen is. Ik had
gehoopt in alle rust de vragen te kunnen beantwoorden. Er zit
mij echter één ding dwars en daar wil ik toch iets van
zeggen. Ik heb me, en dat is gebleken uit mijn interruptie, wat
verbaasd, om het maar rustig te zeggen, over bepaalde optredens
van wat tegenwoordig in onze raad schijnt te heten "klein
links". Dat is dan Maarten, Chris, Luce, Jan en Ad. In hun
benadering van het bestuur van deze stad, ik vind dat wij van
onze kant en ik ook, recht hebben om dat te zeggen, daar waar
zij ook het recht genomen hebben om zaken te zeggen, heeft bij
mij een zeldzaam stuk arrogantie doorgeklonken: een stuk
onbewezen arrogantie. Als men in zijn algemene beschouwingen,
en dan gaat het er niet om of dat men nauwelijks raadslid is of
2 jaar raadslid is, onverbiddelijk en onbewijsbaar de
driedeling in de raad maakt van het steeds falend college, de
overgrote zwijgende meerderheid in de raad die dit beleid
steunt en wij met zijn vijven, die dan het kritisch denkend
deel van deze raad zijn, dan vind ik dat wij zo niet loyaal met
elkaar omgaan. Ik vind dit nu gewoon op zijn Bredaas gezegd
zeldzaam arrogant. Als die arrogantie tot een niveau stijgt,
dat men uit de losse pols, onder het mom van risico's, een aan
tal zaken noemt die (je zou eigenlijk vragen wie is daar voor
verantwoordelijk) in de afgelopen jaren enige mate negatief in
de publiciteit zijn gekomen, dan handelt men naar mijn opvat
ting onverantwoordelijk en ik vraag me eigenlijk af waarom men
dat doet. Men gaat verder en dan wordt het interessanter. In
dezelfde publiciteit vraagt men voor de zoveelste maal om een
onderzoek. Het woord onderzoek in dat soort situaties sugge
reert naar buiten een verdachtmaking van het handelen rond za
ken waar waarschijnlijk wel iets mee aan de hand zal zijn. In
ieder geval is het publicitair zeer aantrekkelijk. Temeer als
men weet dat een dergelijk verzoek in de afgelopen jaren telken
male door de meerderheid van de raad, om redenen, is
afgewezen. Zoals ik begrepen heb, is de voornaamste reden van
het afwijzen van dit soort spannende vragen van klein links,
het feit dat er niets te onderzoeken valt, omdat in elk genoemd
geval in de algemene beschouwingen, het college niet nagelaten
heeft om alle dossiers, die op de zaken betrekking hadden, voor
de raadsleden ter visie te leggen, zodat men niet optimale maar
maximale informatie zou krijgen. Is men dat op bepaalde punten
in "klein links" vergeten? Vraag het dan eens aan Luce, zo heet
ze toch, die in de vier jaar mee aan de basis gestaan heeft van
een veelheid van beslissingen rond zaken die door U zijn ge
noemd en de verdere voortgang heeft kunnen volgen. Zou Luce,
wat ze niet zal doen, zich beroepen op de vertrouwelijkheid van
die collegebesluitendan vind ik het goed, en ik denk mijn col
lega's van toen ook, dat ze voor één keer die vertrouwelijkheid