10 OKTOBER 1985 958 lopen. Dat valt te betreuren, maar het is daarom niet minder al juist. Natuurlijk zit daar een politieke dimensie aan. De ande- ko re collegepartijen zijn van mening dat, als je eerst samen op aa route gaat, min of meer juichend aan de start komt, een do P.v.d.A.-fractie betrokken is geweest van a tot z bij het ganse me proces, het dan bijzonder valt te betreuren dat zo'n collegepar- gU tij, om haar moverende reden, op de finishlijn moet zeggen: wij de kunnen hier niet aan meewerken. Ik denk dat ieder lid uit deze we raad, ongeacht z'n politieke kleur, of dat nu C.D.A., V.V.D., mo D'66 of P.v.d.A. is, drie argumenten uit de kast kan rammelen Wo om te zeggen: dit akkoord staat mij niet aan. Aan de andere We kant denk ik dat het niemand moeite zal kosten. Er mag wel te- gr genover staan, dat het moed vereist om te zeggen: ik laat toch he die andere argumenten prevaleren. Ik zoek de oplossing en ik va vind dat wij die oplossing met elkaar moeten vinden. Dat ook he D'66, bij monde van de heer De Bruijn, zich vanavond bij die op- ha lossing heeft geschaard, vind ik bijzonder toe te juichen. In ev de commissievergadering moest hij terug voor nader beraad. Ik Ee heb uit zijn betoog begrepen, dat hij het voorstel van het col- op lege nu kan ondersteunen. Ik zeg nogmaals dat het jammer is dat he wij uit elkaar gaan. Daar kun je natuurlijk een heleboel poli- tieke stampij over maken, maar dat is niet de bedoeling. Ik ben no het met de heer Littooij eens die zegt: laten wij na dit ver- di schil van mening de rijen sluiten, want er zit echt nog wel het mi een en ander aan te komen. De heer Martens citeert mij op enig I# moment, maar hij brengt dat, in de tijd gezien minstens, niet ma helemaal correct over. Hij citeert mij namelijk uit een verslag de van 15 mei met de heer Lubbers en brengt dat in verband met de we oplossing die thans op tafel ligt. Dat moet hij niet doen, want v0 er lagen in de tijd en in de sfeer van oplossing een enorm gat de tussen. De heer De Bruijn constateert met ons dat van het rijk vo toch wel wat meer verwacht had mogen worden, maar staat in het 00 bijzonder stil met het risico dat blijft, het exploitatietekort pi in de toekomst. Je kunt daar op dit moment behoorlijk over filo- sc soferen, maar ik durf mij daar niet of nauwelijks aan te he wagen. Natuurlijk kunnen we ook tegen elkander zeggen: we do willen het over vier jaar uitverkocht hebben. Er zitten zo ze ontzettend veel aannames in welke toekomstbespiegeling dan an ook. Hoe gaat de rente zich ontwikkelen? Hoe gaan die geraamde en verkopen verlopen? We hebben aangenomen dat, wanneer je in 10 ve jaar tijd het resterend terrein van de 132 ha. gaat verkopen, ka er dan een exploitatietekort in zijn totaliteit op zit van 28 sc miljoen gulden, wat bestanddeel uitmaakt van de bekende 55 om miljoen gulden. Op dit moment zit de N.V-structuur nog in de ho sfeer van de raad van bestuur, die daarover nader van gedachten la wisselt. Ongetwijfeld zal dat op enig moment onderdeel van Zo discussie in deze raad uitmaken. Wanneer hij zegt: schoon schip he maken en wegwezen, kan ik hem in zoverre volgen. Wanneer is nu Ke dat schone schip bereikt? Op het moment dat je op voorhand al ie de toekomstige verliezen gaat afdekken of dat je zegt kunnen we an dat via een afkoopsom kwijt? Daarover kun je natuurlijk grenze- ko loos debatteren. De gemeente Hooge en Lage Zwaluwe heeft al een re brief aan de raad van bestuur gericht: kunnen wij uittreden en ma zo ja, onder welke voorwaarden? Het is volstrekt duidelijk dat ze

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 958