10 OKTOBER 1985 960 andersom gegaan. Nee, mijnheer Crul, U kunt dat best blijven zeggen. Ik hou er gewoon mee op om met U daarover te discus siëren. Dat krijgt dan meteen een bepaalde betekenis met de volgende opmerking die ik maak. Het staat niet in de telex dat het anders moet worden geïnterpreteerd. Er staat letterlijk in de telex, dat het anders is gezegd. Daar zou U zich eens aan moeten houden. Dan krijgt niet alleen Uw bijdrage aan dit debat een andere klank, maar ook een ander waarheidsgehalte. Waneer U zegt: U heeft in de commissie gezegd: ik hou ermee op om te streven om de gehele raad op één noemer te krijgen, vind ik dat dat correct is weergegeven. Ik moet U eerlijk zeggen, dat ik er op een gegeven moment mee ophoud. Waarom? Omdat ik de moed niet meer kan opbrengen en niet omdat ik niet wil. Als ik 2 moties heb en de een begint met "het ondemocratisch optreden van C.D.A. en V.V.D. tijdens de Moerdijk-affaire" en de andere "een falende voorbereiding door het college waardoor onder meer de raad geen keuze bij Moerdijk meer heeft", moet ik zeggen dat ik bereid ben om met U te zoeken of ik met U in Uw opvattingen een compromis met het mijne kan sluiten. Zolang U zich zo opstelt is op voorhand, wat mij betreft, de moed ontnomen en ook elk in spirerend gebaar Uwerzijds wordt mij volledig ontnomen. De heer Scharff zegt: wij hebben aangegeven hoe het zou kunnen. Ja, har telijk dank, maar we hebben het helaas zo niet kunnen doen. Er waren tientallen varianten om I.H.M. op te lossen, maar het is niet zo dat Breda die bepaalt. Het rijk laat de zaak niet bar sten, zegt U. U had best nog een andere oplossing kunnen vin den. Het rijk heeft dit een en andermaal gezegd, net als de toe zichthouder op de lokale gemeentelijke financiën. Ik wens de verantwoordelijkheid niet te aanvaarden wanneer U op 14 oktober de overeenkomst niet tekent. Er ging een bepaald dreigende wer king van die woorden uit. Ieder moet maar voor zichzelf inschat ten wat dat allemaal zou kunnen betekenen. Het begint in ieder geval met het gegeven dat de staatssecretaris echt zijn goed keuring aan een begroting gaat onthouden. Op dat moment ontvalt de garantiestelling van de participanten voor de aan te trekken geldleningen. U bent dan niet meer in een politiek circuit be zig, maar U staat recht tegenover geldschieters die zeggen: en nu eisen wij de door ons verstrekte geldleningen op. U komt in een heel ander ciruit terecht. U staat gewoon voor advocaten die van dit soort zaken hun beroep hebben gemaakt en dan zal je moeten betalen. Wanneer ik de moties gelijk in mijn beantwoor ding meeneem denk ik dat wij daarover niet al te lang hoeven te discussiëren. De motie van de P.v.d.A. hangt volstrekt nauw sa men met hun opstelling ten aanzien van het voorstel van het college. Ik kan het ook anders zeggen. De motie is onlosmake lijk verbonden met hun oordeel over het preadvies van het colle ge en derhalve: als je voor het preadvies bent, ben je uiter aard tegen de motie en als je voor de motie bent, ben je tegen het preadvies. Wat dat betreft is er geen enkele onduidelijk heid. Over de motie van de fracties P.S.P., P.P.R. en P/C het volgende. De eerste moties gaat over falende voorbereiding. Ik acht mij echt ontslagen om hier al te veel tijd aan te verknoei en. Het slaat wat mij betreft als een tang op een varken om op nieuw te zeggen: we gaan onderhandelen. Ik heb daar al heel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 960