10 OKTOBER 1985
963
hebben zij een goed resultaat uit het vuur gesleept, gegeven de
omstandigheden. Op het laatste moment nog zijn zij erin ge
slaagd een gunstige regeling voor de verdeling van de grondop-
brengsten te bedingen. De waardering voor de Bredase onderhande
laars strekt zich zeer nadrukkelijk ook uit tot de overige col
legeleden. Laten we zeggen, die collegeleden die tot en met het
moment van de besluitvorming achter de onderhandelaars zijn
blijven staan en die niet, toen het op beslissen aankwam na 12
september, hun toevlucht hebben gezocht tot een minderheids
standpunt. Het is bijzonder te betreuren, dat een zo belangrijk
besluit voor de toekomst van onze stad niet door een unaniem
college aan de raad kon worden voorgelegd. Het is eveneens jam
mer, dat de vier collegepartijen niet eendrachtig achter het be
sluit kunnen staan. Helaas staan er slechts drie partijen ach
ter en de fractie van D'66. De heer De Bruijn heeft ten onrech
te gemeend, dat wij hem over het hoofd hebben gezien. De heer
Littooij sprak in zijn betoog over de C.D.A.- en V.V.D.-wethou
ders, maar D'66 is voor ons een uitermate gewaardeerde partner
in het geheel die we niet graag zouden missen. Laat mijnheer De
Bruijn vooral niet het slachtoffer worden van een minderwaardig
heidscomplex, want wij waarderen hem zeer. De heer Littooij
sprak van een zakelijk meningsverschil met de P.v.d.A. Daaruit
mag niet worden afgeleid, dat wij ook maar enige waardering
voor het standpunt van de P.vdA-fractie en voor haar wethou
der zouden hebben. Integendeel. De P.v.d.A. onttrekt zich aan
dit besluit, omdat de financiële positie van het Industrie- en
Havenschap niet volledig wordt gesaneerd en wegens een te grote
afhankelijkheid van de grondverkopen voor een bestemming die
zij niet wenst. Het is toch, zacht gezegd, wat minnetjes dat de
P.v.d.A.-fractie nu niet verder komt dan een voorstel om het
college een brief te laten schrijven aan de Tweede Kamer met
het verzoek de zaak nog eens met spoed op te nemen met de rege
ring. Dat is toch geen serieus alternatief voor het voorliggen
de voorstel? De P.v.d.A.-fractie heeft bezwaar tegen een sane
ringsvoorstel, dat voor Breda neerkomt op een aandeel dat wel
licht beperkt kan blijven tot 20 miljoen gulden of zelfs nog
minder. Van haar kant wordt er echter geen goed doortimmerd al
ternatief gepresenteerd. Ze komt niet verder dan het schrijven
van een brief. Terecht is die concept-brief in duisternis ge
huld. De kleuren zijn symbolisch gekozen. Als de P.v.d.A. in
haar zienswijze wil worden gevolgd door de raad, wordt het be
reikte akkoord met het rijk prijsgegeven. Er ontstaat welhaast
een zeker risico, dat de Moerdijkpartners op basis van de ge
meenschappelijke regeling worden aangesproken voor het totale
verlies. Dat komt dan voor Breda neer op een aanzienlijk hoger
bedrag dan nu in het geding is, zeker als we daarbij bedenken
dat ook het perspectief op toekomstig herstel volledig verloren
gaat. De P.v.d.A. heeft het gelukkig hier in de raad niet voor
het zeggen en het is te hopen dat dat ook nooit het geval zal