10 OKTOBER 1985 968 discussie in het college was, hoe de standpunten waren en welke pogingen daar gedaan zijn om bij elkaar te komen. Het ging om de oplossing die finaal zou moeten zijn. Was er wel of geen dui delijkheid over de koppeling? Hoe kun je dat het beste formu leren t.a.v. het inschakelen van de Tweede Kamer en onze finan ciële bijdrage. Ik heb het van het begin af aan toch redelijk serieus en kritisch gevolgd en ik heb geen wijziging in de standpunten gezien. Vanaf het begin heeft men zich ingegraven en dit is zo gebleven. Elke keer doet zich de vraag voor: moet je zo met elkaar omgaan? De heer SCHARFF Het is niet niks als de fractievoorzitter van de P.v.d.A. de bijdragen van de fractievoorzitters van C.D.A. en V.V.D. tot een provocatie bestempelt. Als hij dat in de richting van onze open brief doet, zijn we dat van de P.v.d.A. wel gewend. Ik denk dat het ten nauwste samenhangt met de zwakke positie waar in de P.v.d.A. zichzelf gebracht heeft door op het allerlaatste moment uit de boot te stappen. Er is daardoor een heel stuk on duidelijkheid geschapen. Ik denk met name aan de collegestand puntbepaling van 11 september, die toch in belangrijke mate af wijkt van de stellingname eerder in de raad en het feit dat het collegelid van de P.v.d.A. op dat moment dat mede heeft ge steund. Ik ben daarom ook niet verbaasd over het uitermate zwak ke antwoord van de fractievoorzitter van de P.v.d.A. na de schorsing. Wethouder SANDBERG Met betrekking tot de zakelijke merites van het preadvies mag ik constateren dat er feitelijk in deze raad geen enkele ondui delijkheid meer bestaat. Iedereen weet waar hij over praat. Er zijn een paar kleine vragen gesteld aan het college die ik gaar ne voor mijn rekening neem. De heer Crul vraagt de heer De Bruijn nog een keer naar het minderheidsstandpunt van collega Welschen. Ik wil toch nog eens een keer verwijzen naar de formu lering die in het preadvies gebruikt is om dat tot uitdrukking te brengen. De heer Crul kiest de volstrekt verkeerde invals hoek. Die zegt: wat is er nu gebeurd om het college weer tot el kaar te brengen? Nee, dat is helemaal niet het geval geweest. Tot en met 12 september zat het college op één lijn en hebben we unaniem de discussies, de onderhandelingen en de verschillen de standpunten bepaald. Het is niet een kwestie van: hoe kom je tot elkaar, maar wat kan je tegen elkaar te zeggen om, het eind oordeel gewogen, te voorkomen dat je uit elkaar groeit. Natuur lijk gaat daar een discussie plaatsvinden en het resultaat daar van vindt U terug in het preadvies. Ik heb daar namens het col lege geen enkel woord aan toe te voegen, want het is volstrekt helder en duidelijk. Ik heb U ook gezegd waarom de overige le den van het college bezwaren hebben, in eerste en in tweede in stantie, tegen die lijn. Dit was omdat die naar onze mening uit zichtloos is en dat het straks een rekening op onze tafel brengt die door Breda niet valt op te brengen. Als je zegt: ik

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 968