10 OKTOBER 1985 970 De heer MARTENS Dat hebben Uw fractievoorzitter en de fractie van het C.D.A. be titeld. Het zou poppenkasterij zijn wat hier door de P.v.d.A. ten tonele wordt gevoerd. Ik neem afstand van Uw opmerking. Wethouder SANDBERG Dan begrijpen wij elkaar goed. U beschuldigt ons niet van poppenkast De heer MARTENS Zeer zeker niet, maar wij krijgen hier in de raad nauwelijks ruimte om zakelijk voorstellen te beoordelen. Daar heb ik als fractievoorzitter van de P.v.d.A. zeer grote moeite mee. Dat dergelijke soort uitspraken door de fractievoorzitters van het C.D.A. en de V.V.D. in onze richting gedaan worden, terwijl ie dereen weet dat we tot 12 september bij elkaar op de meet wa ren, gesteund door de brief van 19 juli, vind ik een zeer ern stige ontwikkeling die zich hier vanavond heeft voorgedaan. Wethouder SANDBERG Dan spijt het mij bijzonder, dat toch de heer Martens De heer DE ZWART We noemen het langs alle kanten op dit moment poppenkast. Ik denk dat mijn poppenkast wel duidelijk in de juiste coulissen geplaatst moet worden. Ik heb het heel duidelijk vanuit een ver band gezegd: de rol en de functie van in feite de mogelijkheden van kamerleden in een periode tussen 20 februari jl. De heer MARTENS U gaat er totaal aan voorbij wat Nietten en Van Castricum al vanaf februari gedaan hebben. U hebt daar totaal geen kaas van gegeven. U moet U eens goed laten informeren door Uw kamerlid Hennekam. Wethouder SANDBERG Ik wil afsluiten met te constateren dat de heer Martens feite lijk, en daar heb ik vrede mee, geantwoord heeft op de vraag die centraal stond in dit debat. Heeft het college gehandeld overeenkomstig de marges die de raad heeft aangegeven? Heeft ze naar eer en geweten betracht datgene te bewerkstelligen wat de raad voor ogen had. Hij heeft dat niet ontkend en daar heb ik vrede mee. Ik kan dan leven. Wethouder WELSCHEN In eerste instantie heeft de heer De Bruijn al vragen gesteld die niet beantwoord zijn. Ik denk dat het goed is dat de achter grond van het minderheidsstandpunt nog even op tafel komt, zo dat ook iedereen weet wat daar mee bedoeld was en welke contac ten er achter zitten. Toen er geen sprake was van kerncentrales als mogelijk onderdeel van de oplossing, lag er in de kamer bij nogal wat kamerleden van verschillende partijen waar ik mee ge sproken heb, de wens om met een financieel beter en blijvende

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 970