10 OKTOBER 1985 971 oplossing voor Moerdijk te komen. Vanaf het moment dat kerncen trales een rol zijn gaan spelen, is het plaatje fundamenteel veranderd. Voor mijn gevoel is er een wederzijdse beïnvloeding geweest tussen die twee zaken. Enerzijds was het financieel gat wat bleef zitten op het oog te dichten. Anderzijds was er een behoorlijke afhankelijkheid voor centrales. Die koppeling, en dat ook in de richting van de heer De Zwart, lag er. In die moeilijke situatie, die niet door Bredanaars geschapen is, moes ten wel Bredase onderhandelaars en het Bredase college opere ren. Het is ook voor mij in alle besprekingen tijdens het colle ge heel duidelijk geworden dat je er niet makkelijk uit zal kun nen komen. De contacten die geweest zijn langs de verschillende politieke lijnen, en ieder collegelid heeft die gehad, hebben er bij ons toe geleid dat we gezegd hebben: de 109 miljoen gul den kan politiek niet teruggetrokken worden, wij schatten in dat de kamer daar nooit mee akkoord gaat. Dat blijft staan. Op dat punt heb ik het risico, wat in het hele verhaal zit, minder hoog ingeschat dan de andere collegeleden. Een tweede punt is dat de kamer een afdoende oplossing heeft gevraagd en politiek niet aan een koppeling toekan, zelfs niet aan een suggestie van koppeling, Het leek mij, toen ik het minderheidsstandpunt formu leerde, juist dat we een kameruitspraak zouden willen vragen, omdat de kamer dan ook op het koppelingspunt zou kunnen toet sen. Dat kan een levensvatbare oplossing zijn. De afweging bij ons ligt 20; de afweging bij anderen ligt anders. Ik denk wel dat we op deze zakelijke manier, afwegend wat uiteindelijk het beste resultaat voor Breda zou zijn, moeten opereren. Laat ik er wel bijzeggen dat de bereidheid voor mij persoonlijk, en van de P.v.d.A. zover ik dat weet uit veel fractiediscussies, om een belangrijke financiële bijdrage te leveren, er is. Het is geen verhaal waarbij gezegd wordt je moet op 0 of op heel wei nig eindigen. Wat dat betreft liggen de standpunten van de col legeleden dicht bijeen. De VOORZITTER Misschien ter verheldering wil ik daar een opmerking over plaat sen. Ik ben het met de heer Welschen volstrekt eens, dat die 109 miljoen gulden niet in gevaar kwamen. Die bleven beschik baar maar, als U de verslagen goed leest van de heer Van Zijl, heeft hij gezegd bij de aanwending van de 109 miljoen gulden: als Breda nee zegt, zullen ze 1/6 van 199 miljoen gulden moeten betalen en dan gebruik ik mijn 109 miljoen gulden om de 1/6 van de kleine gemeenten die het niet kunnen betalen, op te vullen. Inderdaad, die 109 miljoen gulden waren er wel, maar uiteinde lijk niet voor Breda. We hebben daarmee de zaak voldoende toe gelicht Motie 1 De motie ingediend door de PvdA-fractie wordt hierna ver worpen onder aantekening dat de aanwezige leden van de fracties P.v.d.A., inclusief de heer Welschen, P.S.P., P.P.R. en de heer Crul willen worden geacht te hebben voorgestemd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 971