24 OKTOBER 1985
977
5. in het bepaalde onder "IV." wordt "ten minste een dai
keer per" gewijzigd in: da
"met betrekking tot elk" pl;
al
B. VOOR WAT BETREFT DE SUBSIDIEVOORWAARDEN STICHTING ONTWIKKE- li]
LINGSSAMENWERKING BREDA: ro<
TT Tn het bepaalde onder 3, aanhef en sub a. vervallen het ïe'
leesteken en de aanduiding "a." en dient vervolgens ke]
deze zin als een doorlopende zin te worden gelezen; WD1
vai
2. het bepaalde onder 3> sub b. vervalt. °g(
no<
en gaat over tot de orde van de vergadering. md:
mei
De heer TAKS st<
Het lijkt me niet nodig dat ik bij de behandeling van het voor- st(
stel nog langer stilsta bij onze opvattingen over gemeentelijke re|
bemoeienis met ontwikkelingssamenwerking. Kort gezegd: ontwikke- de-
lingssamenwerking is een rijkstaak en geen gemeentetaakDat ëe:
geldt dan zowel voor de directe hulpverlening als voor de voor- tei
lichting. Het zal niemand in deze raad verbazen als ik zeg dat mdl
wij bepaald niet reikhalzend hebben uitgezien naar dit voor- st<
stel. Dat neemt niet weg dat het programakkoord een aan dit on- °P
derwerp gewijde passage bevat. Op grond daarvan hebben wij ons he1
gedurende de lopende raadsperiode niet verzet tegen de jaarlijk-
se storting van 50.000 gulden in het fonds ontwikkelingssamen- vo<
werking. Eveneens conform het programakkoord hebben wij 2 jaar kóu
geleden loyaal meegewerkt aan de formulering van de uitgangspun-
ten voor de gemeentelijke taakstelling met betrekking tot ont- eif
wikkelingssamenwerkingHet raadsbesluit van 10 november 1983, dai
waarbij die gemeentelijke taakstelling werd geformuleerd en wat li.
in het voorstel wordt geciteerd, zij het niet volgens de letter- wa<
lijke tekst van het toenmalige raadsbesluit, was het moeizaam kar
tot stand gekomen compromis tussen sterk uiteenlopende opvattin- 201
gen. Het was uiteindelijk ook niet naar de zin van de P.v.d.A.- doc
fractie, die tegen het voorstel stemde. Voor de VVD-fractie SPC
betekende de aanvaarding van de gemeentelijke taakstelling dat in
enerzijds door ons, in afwijking van ons principiële standpunt, de
een uiterst terughoudend gemeentelijk beleid met betrekking tot var
ontwikkelingssamenwerking werd geaccepteerd en dat anderzijds wer
tegemoet werd gekomen aan onze bezwaren tegen subsidiëring van De
plaatselijke actiegroepen die zich bezig houden met activitei- sl*
ten onder de noemer van de mondiale bewustwording. Dit laatste d°«
betreft activiteiten met een uitgesproken politiek karakter. dd*
Naar onze mening komt politieke propaganda, ongeacht de kleur der
daarvan en onze appreciatie daarvoor, niet voor gemeentelijke leÉ
financiële ondersteuning in aanmerking. Vandaar dat wij er var
scherp op hebben gelet dat de gemeentelijke taakstelling zo zou te
worden geformuleerd dat dergelijke activiteiten niet kunnen wor- ree
den gesubsidieerd. De formulering van twee jaar geleden sluit bij
uit dat mondiale bewustwording uit het fonds ontwikkelingssamen- zij
werking wordt gesubsidieerd. De taakstelling waarborgt dat ge- bet
meentelijke subsidiegelden uitsluitend zullen worden aangewend anc
ten behoeve van concrete projecten in ontwikkelingslanden en de