10 MAART 1986
113
zodanig aan dat wij hieraan, mede tegen de achtergrond van het
feit dat over enkele weken een nieuwe raad gaat aantreden,
thans niets willen toevoegen. Wel willen wij nu reeds opmerken
dat - wat ons betreft - deze Kadernota een belangrijke onderleg
ger zal zijn voor de komende programonderhandelingen. Deze Ka
dernota is bij ons overgekomen als een gedegen stuk werk. Daar
mee willen wij U en de ambtenaren complimenteren. De nota geeft
o.a. duidelijk aan dat wij toegroeien naar een zorgzame samenle
ving, waarin het leven soberder zal zijn, omdat de financiële
bomen niet meer tot in de hemel groeien. Tegelijkertijd zullen
de mogelijkheden tot eigen verantwoordelijkheidsbeleving groter
worden. De in de afgelopen jaren verworven emancipatie en een
hoger opleidingsniveau brengen met zich mee, dat dit voor velen
een interessante samenleving kan zijn. Mensen kunnen in eigen
kring tot gevarieerde oplossingen komen van vraagstukken die op
bureaucratische wijze niet oplosbaar blijken te zijn. Mensen
hebben recht op en behoefte aan eigen verantwoordelijkheid. Een
zorgzame samenleving in deze vorm roept een grote vraag naar
vrijwilligers op voor zowel bestuurstaken als voor uitvoerende
werkzaamheden. Het C.D.A. is daarover niet pessimistisch. Ook
nu al vormen zeer vele particuliere organisaties en vrijwilli
gers de ruggegraat van onze samenleving. Beroepsmatige zorg
blijft zeker nodig, maar zal steeds mede gericht moeten zijn op
het stimuleren van het zelfzorgvermogen van de burgers. Het
C.D.A. heeft zich hier in de nagenoeg voorbije raadsperiode met
terdaad voor ingezet en pleit krachtig voor overname en voort
zetting van dit beleid. Bemoedigend is dat in de maatschappij
de bereidheid toeneemt om eigen verantwoordelijkheid te
dragen. Daarmee wordt de basis gelegd voor een
gemeenschappelijke krachtinspanning van overheid en
samenleving. Zo'n basis is nodig, willen wij de problemen van
morgen de baas worden. Tot slot wil ik nog formeel opmerken dat
onze fractie haar steun zal verlenen aan Uw voorstel, zoals dat
is verwoord in het voorgelegde besluit.
De door de heer De Zwart c.s. ingediende motie luidt als volgt:
MOTIE (1)
De raad van de gemeente Breda;
ter bespreking van de Kadernota 1987 bijeen op 10 en 13 maart
1986 constaterende dat
- Breda als groeistad op loyale wijze haar medewerking ver
leent aan het door de rijksoverheid gewenste verstedelijkings-
beleid
- Breda als gevolg van de groeistadtaakstelling geconfronteerd
wordt met aanzienlijke structurele lasten uit hoofde van de
kosten van (welzijns-voorzieningen in de stadsuitleg;
- Breda als gevolg van de groeistadtaakstelling geconfronteerd
wordt met enorme verliezen en ricico's bij de grondexploita
tie