10 MAART 1986 114 - Breda als gevolg van de groeistadtaakstelling geconfronteerd wordt met aanzienlijke structurele lasten uit hoofde van de areaaluitbreiding in de stadsuitleg, mede constaterende dat - Breda aïs direct gevolg van het verstedelijkingsbeleid als centrumgemeente voor veel niet Bredanaars een donorfunctie vervult t.a.v. voorzieningen in de ruimste zin, overwegende dat - Breda er midden in de uitvoering van de groeistadtaakstelling in geslaagd is om middels diep ingrijpende bezuinigingsopera ties structureel 28 miljoen gulden te bezuinigen; - Breda ondanks genoemde bezuinigingen en het voeren van een strak financieel beleid en beheer er financieel zeer slecht voorstaat draagt het college op - er bij de rijksoverheid op aan te dringen dat voor Breda van wege haar groeistadtaakstelling ten spoedigste extra finan ciële middelen beschikbaar komen, en gaat over tot de orde van de vergadering. De heer BOKKELKAMP Na deze zeer uitgebreide demografische en macro-economische be schouwingen in het begin en hier en daar een zweem naar libera lisme aan het eind van het verhaal van de heer De Zwart met daarbij de eigen zorgzaamheid van bevolking, kan ik mijn ver haal beginnen. Ik zal op dat gebied wat minder diepgaan als de heer De Zwart. Deze Kadernota is de tweede nota van dien aard, die Uw college de raad aanbiedt. Ook ditmaal ontkomen wij er niet aan, de inhoud van deze Kadernota te toetsen aan de in 1984 door de raad gestelde criteria, dat de Kadernota de raad in staat moet stellen invloed uit te oefenen op de hoofdlijnen van beleid en dat het financiële perspectief als randvoorwaarde dient te gelden om die hoofdlijnen nader in te vullen. Wij ont komen er dan niet aan om te stellen, evenals wij dat het vorig jaar deden, dat onze indruk is, dat deze Kadernota nog steeds niet voldoet aan één van de door deze raad vastgelegde criteria en wel het invloed kunnen uitoefenen op de hoofdlijnen van be leid. Wel duidelijk zijn het financieel meerjarenperspectief en de financiële kaders voor 1987. Nogal logisch dat de pers schrijft, na enige commissievergaderingen, dat het niet verras send is, dat de diverse fracties constateerden dat deze nota een zuiver financieel stuk is. We kunnen spreken van een aange klede voorlopige budgettaire capaciteit, die in het meerjaren perspectief een uitgekleed karakter vertoont, nl. 10,2 miljoen negatief in 1990. De reden dat dit stuk niet voldoet aan het criterium invloed uitoefenen op de hoofdlijnen van beleid, is voor onze fractie duidelijk. De verkiezingen staan voor de deur. Het is logisch, en dat laat het college ook duidelijk doorschemeren, dat men t.a.v. de vaststelling van het beleid voor het eerste volle jaar 1987) na de verkiezingen, de uit slag van de verkiezingen en de programakkoordonderhandelingen afwacht. Wel brengt juist het financiële perspectief ons nu te rug naar de realiteit en daarom is het zo belangrijk dat ook in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 114