10 MAART 1986
117
tot de ontwikkeling van de uitkeringen uit het gemeentefonds en
de doeluitkeringen. Ik keer nu terug naar de financiële positie
van onze dierbare gemeente Breda. Op blz. 3 noemt U onder A.C.
de belangrijkste knelpunten: de reservepositie in relatie tot
de risicoinventarisatie; de invulling van de h.u.g.-operaties;
de onderdekking; de areaaluitbreiding; de realisering van de
welzijnsvoorzieningen in de Haagse Beemden en last but nog
least de investeringsruimte. Op alle bovengenoemde knelpunten
ga ik kort nader in. Over de reserve- en risicopositie het vol
gende. De reservepositie baart ons al reeds vanaf 1982 grote
zorgen. Steeds verder werd deze positie uitgehold. En nu is dan
bijna de bodem in zicht, 5,15 miljoen gulden per 1-1-1987 on
danks alle toevoegingen vanuit saldireservede b.e.f.'s etc.
Elke poging van het college om deze reservepositie omhoog te
brengen, kunnen wij toejuichen. De heer De Zwart schreeuwt er
om. Wij juichen het toe. De V.VD-fractie denkt er zelfs aan
om elke ruimte, die ontstaat binnen de budgetten, te gebruiken
om deze algemene reserve op te krikken. Derhalve kunnen we de
tot dusver door U gedachte maatregelen volgen. De bepaling van
de saldireserve is, en dat onderkent U, ook zeer arbitrair. De
norm van 10$ van de gemeentelijke budgettaire capaciteit is een
slag in de lucht, misschien. Deze egalisatiereserve van de jaar
lijkse rekeninguitkomsten moet eventueel optredende rekeningte
korten opheffen. Gezien het verleden zijn er alleen overschot
ten geweest en moet je dan een saldi-reserve van 14 a 15 mil
joen gulden aanhouden? Op voorhand onderschrijven wij Uw mening
niet, dat de toekomstige positieve rekeningresultaten alleen
ten gunste van de saldi-reserve worden gebracht. De door U aan
gegeven versterking van de A.R. met 9,7 miljoen gulden tot
14,91 miljoen gulden is toe te juichen, echter dit bedrag is
ontoereikend ter afdekking van alle risico's. Aan wat voor
hoogte van de algemene reserve bij de meest optimale verhou
dingen wordt eigenlijk gedacht? Over de risicopositie het vol
gende. Een positief punt is het inzicht dat de raad krijgt in
de gerealiseerde verliezen van 19,4 miljoen gulden. Dit is een
nieuw gegeven in het gemeentelijk financieel inzicht. De door U
in de Kadernota aangegeven "groeisnelheid" en beïnvloedbaar
heid, blz. 4-B.a.komen bij de concrete behandeling van de ri
sico's nauwelijks uit de verf. Vooral het grondbedrijfrisico ad
38,95 miljoen en het woningbedrijfrisico voorlopig ingedekt
voor f 12 miljoen is nog geheel onzeker. Hier is dan toch wel
een leemte in Uw overzicht van risico's. De afgelopen jaren is
gespeculeerd over het totaal van het risico binnen het woningbe
drijf. Bedragen liepen op van 10 miljoen gulden via 30 miljoen
gulden naar 52 miljoen gulden. Waarom heeft U geen inzicht in
dit zeer belangrijke plaatje gegeven, mede in het licht naar de
mogelijke concrete beïnvloedbaarheid van juist dit punt. Ik
noem U het geopperde verkopen van een deel van het woningbe
stand, mede ingegeven door de eisen van de sanering die bij
V.R.O.M. leven. Hier had een plaatje moeten liggen en dit vindt
onze fractie een kleine omissie binnen deze Kadernota. Met het
college zijn wij het eens dat niet alle risico's in één keer ma
nifest worden en dat derhalve de algemene reserve op dit moment
niet gelijk hoeft te zijn aan de totale risicopositie van 55