10 MAART 1986 123 dynamiek of enig vooruitzicht om de klus te klaren, is in de Ka dernota dan ook nauwelijks opgenomen. De uiteenzetting van mi nister Ruding in Brandpunt was nog minder somber dan de presen tatie van het college in deze Kadernota en terwijl wij, tenmin ste de P.v.d.A., allemaal dachten, dat minister Ruding wat som berheid betreft niet te overtreffen zou zijn. Vooruitzichten moeten geboden worden. Tal van problemen zijn er en die moeten worden opgelost. De gemeenten zullen in deze het rijk op hun verantwoordelijkheid moeten blijven wijzen. De rijksoverheid kan niet doorgaan met de bezuinigingen onevenredig af te wente len op de gemeenten. De overheid heeft meer ambtenaren de afge lopen jaren in dienst genomen en maakt eerder meer dan minder regels. Daardoor komt de decentralisatiegedachte steeds verder onder druk te staan. Het zijn de gemeenten die als eersten ge confronteerd worden met tal van problemen. Met minder middelen en minder ambtenaren moeten de gemeenten werken. Moet Breda ook daarin zijn beleid voeren? Zullen wij ook in Breda vooruitzich ten moeten bieden? De overheid, ook de gemeentelijke, is mede verantwoordelijk voor werkgelegenheid, sociale zekerheid en we zenlijke collectieve voorzieningen; voor emancipatie van vrou wen en minderheden en voor de aanpak van de vergrijzingsproble- matiek. Dat de rijksoverheid zo weinig ruimte laat, is bitter. Binnen die ruimte zouden de hoofdlijnen van beleid op genoemde terreinen zichtbaar moeten worden. Een volgende Kadernota zou dan ook, naar onze mening, meer moeten zijn dan alleen een fi nancieel verhaal. De financiële situatie willen wij bespreken via een aantal hoofdpunten. Het college benadrukt in sterke ma te de noodzaak van een sluitende begroting. Wat ons betreft is er geen principieel verschil van mening, maar is er wel de kant tekening dat het wel eens zeer moeilijk zou kunnen zijn om zon der geforceerde maatregelen de begroting voor de komende jaren sluitend te krijgen. De P.v.d.A. wil ruimte laten voor een tij delijk niet sluitende begroting. Wij preferen dat boven een ge forceerde onzorgvuldige bezuinigingsoperatie. In de Kadernota is alles gericht op het opsommen van de risico's, terwijl te weinig is aangegeven op welke wijze de gemeente zijn inkomsten zou kunnen vergroten. Bijvoorbeeld: elke 100 woningen die de stad meer zou bouwen, leiden gemiddeld tot een structurele aan vulling van de gemeentelijke middelen van f 250.000,per jaar. Waarom is hieromtrent niet meer omschreven? Bij inkomsten verwerving via gemeentelijke tarieven e.d. moeten, naar onze me ning, in afwijking van de V.V.D., de laagste inkomensgroepen worden ontzien. Hoe staat het met het onderzoek naar de effec ten van de gemeentelijke tariefstelling voor met name de laag ste inkomensgroepen, waar wij al eerder om gevraagd hebben? De risico's zijn gesignaleerd of slechts in beperkte mate afge dekt. Het is duidelijk, dat er in de komende jaren nog veel uit gaven zullen volgen op punten waar nu geen uitgaven plaatsvin den en waarvoor ook geen dekking meer is. In feite is dus de ri sico-opsomming in cijfers niet volledig aangegeven. De opsom ming van de reserve-positie in cijfers lijkt ons wel compleet. Wij kunnen ons vinden in de voorgestelde handelingen ten over staan van de reserves. Zoals het college dat voorstelt, dienen er activiteiten ondernomen te worden om de risico's van het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 123