10 MAART 1986
132
meer tot de conclusie, dat consoliderend beleid geen stap op de
plaats is, maar steeds meer een stap terug. We hoeven alleen
maar te kijken naar de hug-bezuinigingendie nog ingevuld
moeten worden en naar het financieel perspectief op langere ter
mijn. Het betekent tegelijkertijd dat reële verbeteringen voor
mensen in knelsituaties er niet meer inzitten. Een gemeentelijk
financieel beleid voor het minimum bijvoorbeeld komt niet van
de grond. Wat wel van de grond komt, is het knelpunt welzijns
voorzieningen Haagse Beemden. Dat wordt eindelijk ingevuld. Te
gelijkertijd wordt er een dreiging bovenop gelegd en dat zijn
de dreigende bezuinigingen op de welzijnsvoorzieningen in de
rest van de stad. Het voorstel is nu mooi weer spelen om in
1988 de nieuwe raad opnieuw met een door dit college voorge
stelde bezuiniging op te zadelen. De P.v.d.A. komt met een on
derzoek waaruit moet blijken hoe wij dat moeten doen. Op zich
is een onderzoek naar de welzijnsvoorzieningen een prima zaak.
Het moet wel zo zijn dat de criteria eerst objectief hier in de
raad besproken zijn. Je kunt natuurlijk een onderzoek doen, de
criteria steeds strakker stellen en dan kom je altijd op een fi
nancieel plaatje uit wat je zelf wilt hebben. Dat is geen enkel
probleem. Je hoeft alleen de criteria maar bij te stellen. Daar
om heeft zo'n onderzoek alleen zin als je de criteria vooraf
door de raad laat bepalen. Vervolgens kom ik op het verhaal
over de verdunning en de vergrijzing. Voor mij betekent het per
definitie niet minder voorzieningen. Voor noodzakelijke voorzie
ningen dient de problematiek centraal te staan en niet de finan
ciële cijfers die hieraan ten grondslag liggen. Ik zou me kun
nen vinden in een aanpassing van de inzet aan de hand van een
stuk analyse van de situatie. Dit getalsmatige op geld geba
seerde voorstel, zonder enige reële onderbouwing, is natuurlijk
ronduit belachelijk. Het is volstrekt onzin om te zeggen: als
er minder mensen zijn, zijn er minder problemen en zijn er min
der voorzieningen nodig. Verdunning kan hooguit betekenen, dat
het een andersoortige problematiek is. Het zou best wel eens
kunnen, dat die andersoortige problematiek tot een grotere in
zet leidt. Wat voor reële onderbouwing heeft het college nu om
die verdunning te koppelen aan minder voorzieningen? Dat is mij
tenminste uit heel de Kadernota niet duidelijk geworden. Gezien
de aandacht voor de woonlasten wordt opnieuw de o.g.b. met 2%
verhoogd en in het kader van het meerjarenperspectief wordt dit
ook nog in de toekomst verrekend. Als je daarnaast gaat zoeken
naar meer inzet van gelden om daadwerkelijk iets aan de proble
matiek van de woonlasten te doen, is het armoe troef. In feite
is dit een opgeblazen prioriteit geweest in de loop van vorig
jaar, waarbij inderdaad het schuldsaneringsfonds uit de grond
is gestampt. Verdere aandacht daarvoor kan ik in de Kadernota
niet terugvinden. Volgens mij was het wel de bedoeling om daar
op langere termijn iets aan te doen. In de richting van de ri
sico-positie het volgende. De meest opvallende uitspraak in de
richting van het college is gedaan door het C.D.A. en wel in de
commissievergadering Middelen en Milieu. Daar werd de wethouder
gefeliciteerd met een verlies van 15 miljoen. Dat viel namelijk