9 JANUARI 1986
13
Wethouder WELSCHEN
Ik zal niet zo heel erg veel kunnen toevoegen aan wat de commis
sie al te horen heeft gekregen. De buurtbegroting is gemaakt
toen gepraat werd over het noordelijke deel van Zandberg, waar
bij het B.S.W.-terrein plus het braakliggende terrein plus even
tueel het Kerkpad totaal in de planvorming zat. Gaandeweg is
helder geworden dat met name B.S.W.-gebouw, het B.S.W.-straatje
en nog een aantal zaken zouden blijven staan en dat dus de
nieuwbouw zich zou dienen te voltrekken op een kleiner ter
rein. Er zijn een stuk of wat modellen ontstaan, waar voort
durend discussie over is geweest waardoor op een gegeven moment
gezegd is dat we de knoop door moesten hakken. Er moet een be
paald plan gaan uitkomen, maar weet wel dat het plan wat er uit
zal komen, altijd een behoorlijke vermindering van het aantal
woningen geeft, omdat daar niet over hoogbouw maar over laag
bouw gepraat kan worden. De halvering van het terrein levert
ook globaal genomen, in elke vorm, een halvering van het aantal
te bouwen woningen op. Dat is één deel van het verhaal. U weet
dat ik in de commissie bij herhaling heb gezegd, dat de organi
satie van de buurt en de organisatie vanuit de gemeente niet zo
goed hebben gelopen als dat zou moeten. De planvorming had eer
der klaar kunnen zijn en dat punt hebben we sinds die tijd ook
verbeterd. Het probleem wat er daarna is gekomen, is dat naast
het feit dat we de stedebouwkundige uitleg in een late fase heb
ben vastgesteld, waarbij je dan pas de feitelijke berekeningen
kunt maken ten aanzien van het bouwrijpmaken want dat kun je
niet eerder, nog geconfronteerd zijn met de problematiek rond
de riolering. Die ligt overigens ook bij het zuidelijke terrein
op dit moment. Bij de zuidelijke terreinen heb ik een soortge
lijk voorstel, waarbij we gezegd hebben dat we dat op dit mo
ment niet doen. Als je ook daar het bouwterrein wilt gaan pak
ken, dan zul je een flink stuk riolering vervroegd moeten gaan
meenemen en dat geeft teveel extra kosten. In dit geval was dat
ook zo. Nu zouden we een aantal jaren geleden alleen de verho
ging van de ramingen, die te maken hebben met het aantal wonin
gen, als overschrijding in deze vorm hebben gepresenteerd. In
dit geval hebben we de riolering meegenomen, omdat in het norma
le investeringsprogramma die zaak niet meer apart viel in te
passen. Wij hebben toen als college gezien dat het ambtelijk ap
paraat vanaf mei tot ongeveer december erin geslaagd is te dis
cussiëren over hoe dat resterende deel moest worden gefinan
cierd. U hebt dat in de stukken ook gezien. Uiteindelijk is de
afspraak gemaakt dat één begrotingspost, die in de overloop
1985/1986 zit, wordt aangewend en dus toch weer terugfinancie
ring uit het investeringsplan van openbare werken. In het regu
liere plan waar rioleringen ook thuishoren, wordt dan dat stuk
ingepakt. Er zijn twee vragen die voor het C.D.A. nog van be
lang zijn. Is het bewakingssysteem, met name vanuit de opdracht
gever grondbedrijf in de richting van de te ontwikkelen bouw
plannen en te verwachten opbrengsten, verscherpt? Het antwoord
is: "ja". U zult dat ook zien ten aanzien van de procedure zui
delijke terreinen. De tweede vraag is of de financiering hele
maal terecht is? De financiering is nu terug, voor wat het
rioolgedeelte betreft, in het investeringsplan. Een stuk van de