10 MAART 1986
144
70. VOORSTEL MET BETREKKING TOT DE TOEKOMST VAN HET C.B.T.
De heer BOKKELKAMP
Vanaf het begin van deze raadsperiode, maar zo ik begrepen heb
ook al uit de jaren daarvoor, is het vriezen en dooien geweest
met het C.B.T. In het gezegde is het begrip "vriezen" de meest
gunstige van de twee. Met betrekking tot het C.B.T. wil ik toch
meer spreken over een dooiperiode, die op gang is gekomen. Ove
rigens blijft het gezegde recht overeind. Er is een financieel
gunstige en een financieel ongunstige tijd voor het C.B.T. ge
weest. Een ongunstige tijd staat voornamelijk te wachten wan
neer er nu niet ingegrepen wordt. De maatregelen, zoals ze voor
gesteld zijn, zijn een handreiking om naar een goed beleid toe
te gaan. Het meerjarenperspectief van het C.B.T. vertoonde geen
rooskleurig beeld. Deels ligt dat in een niet al te flexibele
beheersstructuur, algemeen bestuur, dagelijks bestuur en de di
rectie; deels in de laatste jaren nogal veranderende automatise-
ringsmarkt. De dooiperiode is al vanaf 1983 aan de gang in de
vorm van een herstructurering van het C.B.T., waarvan onder
meer diverse organisatie-adviesbureaus hebben meegewerkt en hun
geld hebben verdiend. De reorganisatie was bijna voltooid. Men
ziet juist hoe moeilijk die automatiseringsmarkt is. Toch is de
ze weer niet voldoende om op adequate commerciële wijze bezig
te zijn. Juist in de sfeer van toenemende concurrentie door par
ticuliere automatiseringsinstellingen en softwarehouses, en dan
voornamelijk op de gemeentelijke automatiseringsmarkt, is een
flexibele opstelling heel belangrijk. Ik ga nog een keer terug
naar de huidige bestuursstructuur. U constateert zelf dat de
wijze van opereren van het algemeen bestuur niet voldoende is
toegesneden op de huidige problematiek van het C.B.T. Als oor
zaken worden door U aangegeven dat o.a. bestuursleden onvoldoen
de tijd en aandacht kunnen schenken aan de complexe problemen
van het C.B.T. Dat is een heel waar woord. Ik heb dat uit eigen
ervaring mee mogen maken. Ik ga over naar een nieuwe situatie.
Voorop staat dat wij voorlopig samen met Tilburg met handen en
voeten zijn gebonden aan het C.B.T., vooral ten aanzien van de
centrale produktieproblematiekDe nieuwe structuur waarin men
wil gaan naar een vergaande mandatering en delegatie van be
voegdheden naar twee bestuursfunctionarissen en de directie
juichen wij toe. Dat is misschien een aanzet om naar flexibel
beleid toe te komen. Op instigatie van Breda, en dat is ook een
hele goede zaak, is aan de orde gekomen, dat we het ten aanzien
van het produktiegebeuren eventueel kunnen handhaven. Ten aan
zien van het variabele gebeuren, zoals dat in de nota's wordt
genoemd, kunnen we op een gegeven moment naar aanleiding van de
marktsituatie inspelen. Het is een heel juiste beslissing, waar
bij we heel flexibel op zich voordoende marktgegevens kunnen in
spelen. De profitcenter-gedachtedie eventueel naar voren zal
komen, spreekt ons ook heel erg aan. Hoewel het natuurlijk heel
moeilijk zal zijn om van een gemeentelijk en overheidsgebeuren