13 MAART 1986 152 De noodzaak van versterking van de reservepositie is onvermijde lijk, los van de mate van beïnvloeding; dat zal voor vriend en vijand duidelijk zijn. De heer Bokkelkamp vraagt naar een opti maal model van risico-afdekking. Ik zou onder verwijzing naar de bijlage van de Kadernota, een bedrag van vijftig miljoen gul den kunnen noemen. Hierbij dient echter rekening te worden ge houden met de mogelijkheid dat in de toekomst aandienende tegen vallers in de risicosfeer bij deze optimale benadering betrok ken zouden moeten worden. Dit geldt eveneens voor de naar mijn mening noodzakelijke reserve-omvang om calamiteiten te kunnen opvangen en eventueel binnen de algemene reserves extra opvang mogelijkheden te kunnen hebben als de politieke wil vanuit de raad daartoe aanleiding geeft. Kortom, het komt mij op dit mo ment wat moeilijk voor om, met name tegen de achtergrond van de feitelijke reservepositie en de mogelijkheden van versterking, reeds nu over een invulling van het optimaal beoogde bedrag te spreken. Ik ben persoonlijk al erg blij wanneer wij een dusdani ge versterking van de risico's kunnen realiseren waardoor datge ne wat in de bijlage is vermeld, in de komende jaren een invul ling krijgt. Daarnaast is door de meeste sprekers gewezen op het ontbreken van met name de risicopositie met betrekking tot het toekomstig functioneren van het woningbedrijf. Het is Uw raad bekend dat momenteel in overleg met de rijksoverheid ge werkt wordt aan een saneringsplan. Op grond van dit sanerings plan sluit ik niet uit dat, met medeneming van de rijksverant woordelijkheid, aanvullende voorstellen op korte termijn Uw raad zullen bereiken. Ik erken daarmee een mogelijk extra risi co bovenop de gereserveerde twaalf miljoen gulden. Het is ech ter op dit ogenblik koffiedik kijken om, vooruitlopend op het totale saneringsplan, hiervoor nu reeds een voorziening te tref fen. Collega Welschen zal, gezien de actuele situatie, dadelijk op dit punt nader ingaan. Hij zal zo mogelijk, gerekend naar termijnen en omvang, aanvullende informatie verstrekken. Samen vattend moet ik derhalve concluderen dat, uitgaande van een zorgvuldig financieel beleid, een noodzakelijke versterking van de reservepositie een centraal gegeven is en blijft. In dit ver band wil ik nog een enkel woord wijden aan de door de heer Bok kelkamp veronderstelde slag in de lucht wat betreft de omvang der saldireservesHet is een algemeen aanvaard uitgangspunt dat de saldireserves, die voor alle duidelijkheid ook als inzet bare reserves zijn aan te merken, globaal op een niveau van van de begrot ingsomvang dienen te liggen. Ik ben het met de heer Bokkelkamp eens dat dit niet gebaseerd is op harde voor schriften. Een aantal jaren geleden heeft de toezichthouder, in dit geval gedeputeerde staten, ons wel bericht dat 10% als indi catie voor een verantwoord niveau van de saldireserve moet wor den gehanteerd. De heer Bokkelkamp constateert dat sinds een aantal jaren sprake is van rekeningoverschotten. Dit is welis waar juist. Het neemt echter niet weg, dat het fenomeen van de saldireserve uit een oogpunt van zorgvuldig financieel beheer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 152