13 MAART 1986 155 ning te worden gehouden met de in de Kadernota genoemde knelpun ten. Het één sluit overigens het ander niet uit, maar het is aanvullend. Op de derde plaats kunnen waar mogelijk de hiermee gesignaleerde risico's worden beperkt, zoals bijvoorbeeld nu al bij de investeringen Haagse Beemden is voorgesteld. Het college is van mening dat op deze wijze een aantal door diverse spre kers genoemde knelpunten alsmede andere effecten in samenhang kunnen worden aangepakt. Bij mijn inleiding heb ik al aangege ven, dat de gepresenteerde cijfers in deze Kadernota uitgaan van een optimale actualiteit. De heer Crul spreekt over onbe trouwbare gegevens en misleidend optreden. Ik heb behoefte om in de richting van ons lokaal instituut voor sociografische ac tiviteiten, ook wel LISA genaamd, de vraag voor te leggen wat de werkelijkheidswaarde is van een heden gepresenteerd weten schappelijk onderzoek. Er wordt met name gesuggereerd, dat de sociografische dienst medegewerkt heeft aan deze enquête. Dat zou een stuk degelijkheid betekenen. Vanuit deze dienst zijn de grootste twijfels geuit over de waarde van de uitkomsten. Het lijkt mij overbodig om een verdere discussie over betrouwbaar heid en misleiding te houden. Tenslotte heb ik nog een laatste financieel-technische opmerking over de veronderstelde bezuini gingen naar aanleiding van het onderzoek basisvoorzieningen. Het zal duidelijk zijn dat de eerste jaarschijf van de welzijns voorzieningen Haagse Beemden in de onderhavige voorstellen een hard gegeven is. Rekening houdend met verdunning en vergrij zing, termen die ik niet verder hoef uit te leggen, zal er een nader onderzoek plaatsvinden omtrent de behoefte aan basisvoor zieningen in de totale gemeente met mogelijke verschuivingen ten gunste van de Haagse Beemden. Dat betekent per definitie nog niet, dat verdere ontwikkelingen van de Haagse Beemden af hankelijk zouden zijn van eventuele verschuivingen. Bovendien zal het aangekondigde onderzoek geplaatst dienen te worden te gen de achtergrond van een totale beheersituatie in onze stad, die ruimer is dan uitsluitend welzijnsvoorzieningen. Vanuit die optiek wordt de verdere verschuiving van de basisvoorzieningen benaderd. Met betrekking tot de automatisering is een aantal opmerkingen gemaakt. Ik heb er behoefte aan op te merken dat het idee, dat zolang er geen automatiseringsplan is er geen automatiseringsbeleid gevoerd zou worden, onjuist is. Ik noem in dit verband de duidelijke keuze van één apparatuurlijn waar door de hardware-investeringen gericht kunnen worden op de crea tie van een technische infrastructuur. Dit waarborgt in de toe komst de mogelijkheid van aansluitbaarheid van apparatuur op el kaar. Daarnaast vindt op een aantal essentiële punten op dit mo ment, onder coördinatie van de centrale afdeling automatise ring, een toekomstige opzet van de automatisering binnen de ge meente in totaliteit plaats. Het betreft hier met name de finan ciële en personele administratie en de administratieve procesbe heersing. Het is jammer dat de heer De Hoogh er vanavond niet is. Met name in de richting van de P.v.d.A. en de heer De Hoogh, maar het geldt ook voor de andere leden van de commissie M.E.M., kan ik U meedelen dat de voorgenomen opzet van een ge meentelijk automatiseringsplan op korte termijn, zoals afgespro ken, gestalte kan krijgen. Dit kan mede dankzij een gisteren

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 155