13 MAART 1986 161 steun van Uw raad zou krijgen. Ik heb nog een laatste opmer king. Natuurlijk, de werkgroep gaat van start. We moeten uiter aard geen overtrokken verwachtingen hebben van de uitkomst. Het is niet zo dat wanneer je er maar meer geld instopt en er meer aandacht aan wijdt, je de criminaliteit daarmee helemaal kunt terugdringen. Ik wil die waarschuwing nu al laten horen, zonder pessimistisch te zijn. U weet dat de criminaliteit vaak diepere oorzaken heeft, denkt U aan jeugdwerkloosheid, huisvestingspro blematiek, vervagend normbesef en al hetgeen zich in onze maat schappij manifesteert. Het mag niet zo zijn, dat deze werkgroep nu een panacee is voor alle problemen op het terrein van de cri minaliteit waarvoor wij staan. Wij hebben de stellige indruk en we vinden het onze taak te proberen binnen onze mogelijkheden, ook op financieel gebied, zoveel mogelijk aandacht aan de pre ventieve kant van de criminaliteitsbestrijding te wijden. Van daar zijnwij graag bereid, naast de ongeveer vijftien knelpun ten die in de Kadernota voorkomen, dit als een knelpunt te ac cepteren als Uw raad deze motie zou willen aanvaarden en ik her haal: het college heeft daartegen geen enkel bezwaar. Wethouder SANDBERG Ik heb geen moties en ook geen vragen over onderwijs. Dat is wellicht te danken aan de ruimhartige discussie in de commis sie. Ik heb toch een paar opmerkingen, met name rond het vraag stuk van de werkgelegenheidsbevordering en de werkloosheidsbe strijding, die door de heer Martens is aangevoerd. De heer Mar tens pleit voor het actiever inschakelen van financiers en be leggers in Breda. Ik versta daar met hem onder, hoop ik, de ri sicofinanciering bij de projecten. Ik moet zeggen dat er eigen lijk in de optiek van de aanpak tussen de heer Martens en het college weinig zo niet in het geheel geen verschil van mening is. Ik sluit daar ook heel nadrukkelijk niet bij uit, dat het mogelijk is om combinaties van projecten meer in het spotlight te krijgen. We denken dus heel nadrukkelijk aan beleggers, die bereid zijn in woningen, in combinatiepakketten van woningen, kantoren of woningen, bedrijfsruimten of woningen, bedrijfsruim ten en kantoren gezamenlijk te investeren. Overigens plaats ik er de kanttekening bij, dat er in Breda de afgelopen jaren in belangrijke mate is geïnvesteerd. De investeringen zijn bepaald niet achtergebleven. Ik constateer dat er op dit moment in de afgelopen jaren honderdtwintigduizend vierkante meter kantoorop pervlak in Breda is toegevoegd. Dat is niet niets; het is een gemiddelde van ruim veertienduizend vierkante meter per jaar. Op dit moment staat op stapel, voor zover wij als gemeente we ten, zo'n zesentachtigduizend vierkante meter, waarvan overi gens zesendertigduizend vierkante meter inmiddels een bestem ming heeft en vijftigduizend vierkante meter boven de markt hangt om daarvoor gebruikers te vinden. Het gaat er nu juist om, de verzadigingsgrens te verleggen naar de toekomst toe om investeringen aantrekkelijker te maken. Ik denk dat dan inder daad, en dat ben ik met de heer Martens eens, een sterkere sti mulans van de gemeente uit kan gaan. Dat zal ook richtsnoer zijn voor de gezamenlijke aanpak zoals ik U die bij de begro

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 161