13 MAART 1986
163
ren en diverse projecten, proberen aan de slag te komen en dat
leerproces door te maken. Ik mag U wijzen op het kantoorautoma
tiseringsproject voor vrouwen die al langdurig werkloos zijn.
Die lijnen moeten we voortzetten en het begint zijn effect af
te werpen. Het aantal werklozen, die twee jaar of langer in on
ze stad zijn - en dan pak ik weer de ijkcijfers van oktober
1984 ten opzichte van oktober 1985 - is met 115 afgenomen. Bij
de werklozen, die van één tot twee jaar werkloos zijn, is het
aantal met duizend afgenomen. In de categorie zes tot twaalf
maanden werkloos is het cijfer met 250 verminderd. Het is niet
om te zeggen: gut, wat een enorme aantallen. Als je het rela
teert aan de vijfduizend langdurig werklozen, zijn het nog maar
magere getallen. We mogen toch met elkaar zeggen, dat we op de
goede weg zijn. Tot slot heb ik één enkele opmerking in de rich
ting van de heer Crul. Inderdaad mijnheer Crul, ik heb op een
verkiezingsbijeenkomst gezegd dat Uw partij voor mij geen reële
gesprekspartner meer is omdat U zich te ver verwijdert van de
waarheid. U hoeft die bevestiging dus niet van elders te ver
krijgen; U kunt die van mij persoonlijk krijgen. Uw uitlatingen
op jl. maandag zijn daar, naar mijn oordeel, het zoveelste be
wijs van. Dat neemt niet weg dat in het ordentelijk verkeer tus
sen raadsleden en wethouders, wethouders antwoorden wanneer vra
gen worden gesteld. Als zodanig kan ik echter Uw uitlatingen
van jl. maandag nauwelijks kwalificeren. Zowel in de raad als
in de commissies is vele malen, niet één keer, nee, bijna tien
keer achter elkaar, gediscussieerd over Machinefabriek Breda,
Moerdijk. Al die zaken zijn aan de orde geweest. Een overgrote
meerderheid van deze raad heeft ingestemd met de handelingen
van het college. U blijft gewoon een aantal holle beweringen
volhouden. Uiteraard is dat Uw goed recht. Net zo goed als dat
het overigens mijn recht is om dit voor de zoveelste keer te
beschouwen als holle praat voor de tribune, verkiezingsgeleuter
en een goedkope stunt. Ik acht mij ontslagen om daar nog verder
serieus op in te gaan.
Wethouder WELSCHEN
Ik wil de opmerkingen van de fracties over de sector wonen door
lopen. Het C.D.A. vraagt naar de financiering van de groeistad
taakstelling. Mijn zeer goedlachse collega Römkens heeft er al
het een en ander over verteld. Met het groeistedenoverleg is af
gesproken dat in de richting van de kabinetsformateur een brief
zal gaan over een hele reeks zaken die met groeisteden te maken
hebben, waarbij de in Uw tekst genoemde verfijningsregeling
niet is opgenomen. Dat is een punt wat meekan. We zullen de
hoogte en de duur van locatiesubsidie, evenals het integraal
verantwoordelijk zijn van een hele reeks ministeries voor het
groeistadgebeuren enz. aan de orde stellen. We zullen apart con
tact met de groeisteden zoeken om de passages die U bedoelde er
in te brengen. De tweede opmerking van het C.D.A. vond ik tus
sen de bespreking van het woningbedrijf en het grondbedrijf. Ik
vond het een wat opmerkelijke opmerking van het C.D.A. Gevraagd
werd of, wanneer we bedrijfsmatiger zouden werken en een betere
bestuurlijke begeleiding aan het woningbedrijf en het grondbe
drijf zouden geven, er minder risico's gelopen zouden worden.