13 MAART 1986 164 Het mag bekend zijn uit de afgelopen periode, dat de vraag die het C.D.A. stelt volmondig met ja kan worden beantwoord. Als je als bestuur een goed en bedrijfsmatig werkend ambtelijk appa raat hebt, en dat hebben we op het ogenblik, en als je daar als bestuurder meer aandacht aan besteed, gaat het een stuk beter. Het is merkwaardig dat het C.D.A. deze vraag stelt, omdat de primaire verantwoordelijkheid voor deze sectoren respectieve lijk drie jaar en een maand of vijf geleden aan mij overgedra gen zijn. Dat is hen bekend. Misschien valt het verschil van benadering heel scherp op. Ik ben overigens van mening dat de vraag een aantal jaren geleden politiek ook zeer interessant zou zijn geweest, maar toen heb ik hem niet gehoord. De heer DE ZWART Ik wil het plaatsen in de juiste context; dat is van belang. Waar de opmerking betrekking op heeft, is het volgende. In Ne derland is een aantal autonome ontwikkelingen aan de gang, die buiten de directe beïnvloedingssfeer zitten van het locale be stuur die dit soort risico's ten aanzien van grondbedrijven en woningbedrijven met zich meebrengen. De vraag is daarop be doeld. Je kunt wel zeggen: ik maak in Breda de situatie meer be heersbaar, door ambtelijk en meer bedrijfsmatig te gaan denken en bestuurlijk een zwaarder accent te leggen. De vraag was er eigenlijk op bedoeld, dat de autonome ontwikkelingen in Neder land van die aard zijn dat je er ondanks zeer adequate maatrege len, en die zijn zeker getroffen in deze bestuursperiode, ten aanzien van grondbedrijf en woningbedrijf met de problematiek geconfronteerd blijft. Daar is de vraagstelling op bedoeld. Wethouder WELSCHEN Tjonge, als ik dat nu ineens begrepen had. Ik heb meteen, naar aanleiding van de nadere explicatie van de heer De Zwart, nog een verhaaltje over het woningbedrijf, wat misschien Uw opmer king in tweede termijn wat beter beantwoordt. In de richting van de V.V.D. kan ik eigenlijk niet zoveel zeggen. In onze poli tieke cultuur kun je als lijsttrekker wel aangesproken worden achter de tafel, maar je moet toch als wethouder antwoorden. Je handen zijn dus gebonden en je mond gesnoerd en dat is vrij mak kelijk voor U. Ik had een aantal opmerkingen willen maken, bij voorbeeld, als ik nu eens cultuur had gehad en met zo'n voor stel was gekomen als wethouder Van Asseldonk, hoe had U dan ge reageerd? Ik maak die opmerkingen maar niet vanwege de goede verhoudingen. Er is door de P.v.d.A. gevraagd of het gebouwenbe heer meegenomen kan worden in de hele studie, die ook te maken heeft met het rioleringsstructuurplan, het rationeel wegbeheer etc. Het is natuurlijk duidelijk, dat het college inmiddels een groeiend inzicht heeft in wat zo'n rioleringsstructuurplan en rationeel wegbeheer gaat inhouden. Men is op weg gegaan om het gebouwenbeheer op een goede manier cijfermatig te onderbouwen. Die zaken kunnen vrij zware financiële consequenties hebben. Er liggen twee problemen nl: hoe zit het nu precies en op welke ma nier kun je dat met onze middelen zo goed mogelijk dekkend ma ken? We hebben als college aan U toegezegd, dat we zullen probe ren om een aantal van dit soort grote klussen nog voor het eind

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 164