13 MAART 1986 169 De heer MARTENS Wij zijn uitgegaan van een wijk, Breda-Noord, met vijfentwintig tot dertigduizend inwoners. Er zou daar een reële behoefte zijn aan een sporthal, terwijl in andere delen van de stad aan zienlijk minder inwoners zijn. Wethouder VAN ASSELDONK Dat is bekend. U weet ook dat het college altijd gewacht heeft met het invullen van een sporthal. We hebben daar al eerder over gesproken, omdat het aanbouwen aan de bestaande sporthal in ieder geval het sportvloeroppervlak op niveau gebracht zou hebben. We zijn daar nog steeds mee bezig en we zullen U daar van op de hoogte houden, maar het lukt ons op dit moment gewoon niet. Als hij er staat, zal hij ook nog geëxploiteerd en be heerd moeten worden. Als we dan nog de Londorapporten nemen wat betreft de gymnastieklokalen en het gebruik daarvan, zou het toch wel eens een gevaarlijke ontwikkeling kunnen zijn. Ik prijs U om Uw inzet om die sporthal van de grond te krijgen en volgens Uw visie het liefst in de Hoge Vucht. Mijnheer Martens heeft gevraagd naar het centraal beheer van de zwembaden. Die motie hebben we toch correct uitgevoerd. We hebben bij de verta ling van de motie eind januari verteld, dat we in ieder geval recht doen aan het feit dat het college een eigenstandig stand punt zou kunnen hebben. De deadline van 1 maart zouden we niet halen, maar deze bestuursperiode zal die de raad nog passeren. Wij zullen ons daar aan houden, laat ik dat voorop stellen. Het zou zo moeten zijn dat U reeds een lijstje had van data wanneer het besluit van het college besproken moet worden in het g.o. om in de commissie Welzijn II op 9 april en in de raadsvergade ring van 24 april aan de orde te komen. De fractie P/C, bij mon de van mevrouw Paulussen, heeft gevraagd naar de jongerenaccom- modatie van de Haagse Beemden. Het heeft te maken met de gewel dige werkdruk bij de fractie, dat men diverse commissievergade ringen niet heeft kunnen bijwonen. Op 26 februari, mijnheer Crul, heeft de heer Fohr van de P.v.d.A. in de commissie Wel zijn II daarnaar gevraagd. Wij hebben de commissie toen op de hoogte gesteld van het feit dat wij in principe vinden dat er een tijdelijke vervangende voorziening moet komen voor de jonge rengroep in de Haagse Beemden en wel om twee redenen. In de eerste plaats weten we dat er geld is gekomen van jongeren bou wen voor jongeren, zodat de accommodatie voor de jongeren kan worden uitgebreid. Het is echter wel zo dat het even iets meer tijd kost dan links uit de flank zeggen: hij moet daar komen, omdat er drie modellen op tafel liggen. Ik noem het maar het mo del Gielen, vanuit zijn functie is hij betrokken bij dit hele gebeuren. Hij meende een accommodatie te weten, die wij zouden kunnen kopen in Kesteren. Er is mogelijk een schoollokaal van de gemeente bij een zesklassige school, die vrijkomt. De oude Beemdentil wordt verplaatst naar Kesteren. Feitelijk zouden wij die het liefst weer gebruikt zien door de jongerengroep. Het is een eigen accommodatie waarin alle voorzieningen zitten en waar men zelf aan gewerkt heeft. Het vraagt nog wat overleg. Ik zeg U toe, en tegen die achtergrond vinden wij de motie dan ook overbodig, dat wij daarin gaan voorzien. Gisteren is in de com

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 169