13 MAART 1986 171 heeft gevraagd hoe het zit met de realisering van de h.u.g.-be zuinigingen in de welzijnssector. Binnen de sector Welzijn I hebben we te maken met twee belangrijke zaken, nl. de f 467.000,-- in de sociaal-culturele instellingen, de f 248.000,-- in de zorgsector en daarnaast de taakstelling van f 150.000,-- bij de accommodaties. Die bezuiniging van f 467.000,-- zal op basis van een nieuw formatieplan en een organisatiestructuur worden geëffectueerd. Aan de commissies Welzijn I en II en aan de raad zal in april een voorlopig gemeentelijk voorstel voor die nieuwe inzet worden voorgelegd en binnen die opzet is de bezuiniging haalbaar. Ten aanzien van de maatschappelijke dienstverlening is door de dienst welzijn een notitie met uitgangspunten opgesteld. Die notitie zal ik binnenkort met de instellingen bespreken. De opdracht die in die notitie zit, is dat voor de zomer de plannen moeten zijn uitgewerkt. We gaan er vanuit, dat de effectuering op basis daarvan in de tweede helft van dit jaar kan plaatsvinden. De bezuinigingstaakstelling in de sector accommodaties betreft meerdere terreinen, nl. onderwijs, cultuur, sport, maatschap pelijke dienstverlening en samenlevingsopbouw. Die taakstelling willen we realiseren door een efficiënt gebruik van de gebou wen, preventieve maatregelen op verschillende terreinen, ener giebesparing e.d. De bedoeling is dat over dat onderwerp voor 1 juli aan het college een concreet voorstel zal worden aange reikt. De heer Crul heeft gezegd dat de kinderopvang onvoldoen de van de grond zou zijn gekomen. Ik wil daarvan zeggen, dat in het programakkoord 1982-1986 extra aandacht gegeven zou worden aan de kinderopvang. We hebben bij de vorige begroting daarover gesproken. Toen is zowel door het college als door de raad aan gegeven wat in het programakkoord staat. De heer Crul was dege ne die het programakkoord mede heeft onderschreven. De conclu sie dat er onvoldoende zou zijn gedaan, is onjuist. Er is ge sproken over de Incom en ik wil daar toch een aantal opmerkin gen over maken. Ik wil er geen enkele twijfel over laten be staan, dat we alles in het werk stellen om het Incom te behou den voor de buitenlanders. Ik voeg daaraan toe dat, naast het feit dat het goed is dat buitenlanders gebruik kunnen maken van algemene voorzieningen, dat in de bespreking met de buitenlan ders ook naar voren is gekomen. Daarnaast dient men te beschik ken over een eigen stedelijke lokaliteit. Dat is van essentieel belang, en het college onderkent dat, voor de beleving van de eigen taal en cultuur. Er zijn ook veel mensen die de Incom pre fereren. Er is daar een goede ruimte; het is een mooi gebouw en zeer herkenbaar voor de buitenlanders. Enkele groepen hebben in de loop van de tijd de voorkeur eraan gegeven om buiten de In com te gaan, zoals de Turkse vrouwen en Vebo, een groep Span jaarden. Als de groeperingen voor buitenlanders kiezen voor het behoud van en het verblijf in de Incom, zijn daar drie redenen op dit moment voor: a. er is geen alternatief, b. het is een uitstekende huisvesting en c. het heeft een bepaalde emotionele belevingswaarde. Nogmaals, ik ben het met een ieder eens, die pleit voor het behoud van het Incom. We zullen ons uiterste best doen om dat te realiseren. Mag ik zeggen dat ik ooit in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 171