13 MAART 1986 178 schijf 1987. Daarnaast zijn wij bezig met een studie over het geen de raad gevraagd heeft in de motie van december. Ik kom daarbij op dit moment al tot het feit, dat in ieder geval in dat studiegebeuren een bedrag van f 200.000,-- een rol speelt. Laten we heel duidelijk constateren, dat die studie nog niet klaar is. Dat is ook naar aanleiding van wat wethouder Römkens in commissieverband heel duidelijk heeft gesteld. Wij zullen er naar moeten streven, dat we op korte termijn bestuurlijke onder leggers krijgen van een zodanig kwalitatief karakter dat wij, mede tegen de achtergrond van een stuk principiële inhoud aan cultuur, kunnen komen tot de beslissing in hoeverre het verant woord is om het raadsbesluit te effectueren. Tegen die achter grond sluit dat alleszins aan bij datgene wat wij steeds hebben willen zien. Ten aanzien van de zaak rondom de Incom het volgen de. Het is een zaak die wezenlijk is in het gemeentelijk poli tiek gebeuren, temeer omdat de buitenlanders in deze tijd zeer sterk in de belangstelling staan. Wethouder Hofsté heeft ons op heldere wijze de lopende zaken geschetst. Hij heeft duidelijk de decentralisatieproblematiek en het keurslijf waarin de ge meente moet opereren in dat kader aangegeven. U zegt: wij probe ren binnen de tijdsmarges, die voor ons maximaal toelaatbaar zijn, tot een oplossing te komen. Op dit moment praten we ech ter over de f 55.000,--, die in feite door de benedenzaalpro- blematiek ontstaat. Om die nu structureel te voorzien in de be groting lijkt ons, tegen de achtergrond van het onderhandelings stadium waarin we op dit moment zijn, voorbarig. Ik zou eerst die onderhandeling verder af willen kijken. In dat opzicht is dat een zaak waar wij uiteraard mee kunnen leven. Ten aanzien van motie nr. 1 zal het duidelijk zijn, dat wij blij zijn met het gegeven dat Uw college bereid is deze motie over te nemen. Mede tegen de achtergrond, zoals door U geschetst, moet die in een integraal kader geplaatst worden van de overige groeistad- verbanden. U noemde het g.o.g. als basis waar U langs zou kun nen opereren. Ten aanzien van moties nr. 2 en 5 heb ik net aan gegeven, dat deze met elkaar in verband moeten worden gebracht. Tegen die achtergrond zullen wij in de komende tijd de rapportage tegen de achtergrond van het reeds geëffectueerde raadsbesluit tegemoet zien. Wij hebben met motie 2 dan ook geen probleem. Ten aanzien van motie nr. 3 heb ik U mijn reactie ge geven op hetgeen U in eerste termijn naar voren heeft gebracht met betrekking tot de bestuurlijke criminaliteit. Als het zo geïnterpreteerd wordt en tegen de achtergrond van het tweespo renbeleid, waarvan U zegt dat dat primair voor de stad geldt aan bestuurlijke preventie, kan daarnaast een verbijzondering voorkomen. In die zin legt U de motie uit. Als dat de interpre tatie is van de indieners, hebben wij met deze motie geen pro blemen. Ten aanzien van motie nr. 4 heb ik een opmerking, mede tegen de achtergrond van het personeelsbeleid. Het derde ster retje van de overwegingen lijkt ons minder een overweging, doch eerder een verzoek. De P.v.d.A. zegt de in de Kadernota voorge stelde maatregel op het gebied van het personeelsbeleid pas toe te passen wanneer deze deel uitmaakt van een complex van maatre gelen. Dat is geen overweging. Het is een verzoek in Uw rich ting. Wethouder Römkens heeft daar in zijn reactie uitleg aan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 178