13 MAART 1986
180
je zo nu en dan wel een paar hele kleine foutjes. Ik zal er
kort op ingaan. Interpretatieverschillen en uit de context ha
len van verhalen, is wat dat betreft nauwelijks verwijtbaar. Ik
ga dan naar een paar punten toe ten aanzien van de beantwoor
ding van wethouder Römkens. Ik heb het niet zo bedoeld om op
een gegeven moment te zeggen: als je naar die optimalisering
van die algemene reserve gaat kijken, leg dat dan naast de risi
co's die gelopen worden. Dat zijn er 55 miljoen. In de optimale
situatie, wanneer we nu al die risico's hebben afgedekt denk je
aan een optimale algemene reserve, eveneens in het licht van
eventuele nog onzichtbare toekomstige risico's. Dat doet elk be
drijf en dat dient ook een gemeente te doen. Dat was de context
van mijn verhaal in eerste termijn. Ik heb de problematiek om
de saldi-reserve een slag in de lucht genoemd. U geeft een aan
tal percentages aan. Het percentage wat door G.S. werd gehan
teerd, was 10$. Ik blijf het nog steeds een slagje in de lucht
noemen, want er zijn geen normen, mede gezien het verleden,
voor de rekening-tekorten, die bij bepaalde andere gemeentes
zijn gelopen. Je weet niet hoe hoog die zijn en moet het dan
10$, 15$ of 14$ zijn. Het zorgvuldigheidsprincipe wat U heeft
aangehaald in een andere context, geldt ook hier. Het blijft
nogmaals een beetje koffiedikkijkerijEén opmerking die U
heeft geplaatst, kon ik niet helemaal vatten. Dat betrof name
lijk de binding tussen saldireserve en algemene reserve. U
zegt: de algemene reserve opkrikken ten koste van de saldireser
ve heeft gevolgen voor de budgettaire capaciteit. Wanneer je
een algemene reserve laat staan tegen dezelfde omslagrente als
de saldireserve, heeft dat evenveel invloed op de budgettaire
capaciteit. Dat zal dus nauwelijks met elkaar in strijd zijn.
Alleen kom je wat minder snel aan de saldireseve. Ik vond dat
een onduidelijk antwoord van de wethouder. De vergrijzing en de
verdunningsproblematiek is al heel duidelijk; beiden gaan een
enorme rol spelen. Ik maak alvast een link naar wethouder Hof-
sté met zijn beantwoording in zijn eerste regels. Hij zei dat
de heer Crul en ik over die vergrijzing hadden gesproken. Wij
waren juist zo ongelooflijk blij, dat het C.D.A. zo'n enorm
mooi demografisch betoog heeft gehouden over die vergrijzing.
Wat dat betreft, en dat heeft U weer wat nader uitgediept, zijn
wij tevreden. We hebben er maar een heel kleine passage aan ge
wijd.
Wethouder HOFSTé
Ik heb niet gesproken over de heer Crul en de vergrijzing, maar
de heer Van Asseldonk.
De heer BOKKELKAMP
Het is maar hoe je vergrijzing en verdunning uitlegt. Ik heb
nog een passage ten aanzien van de automatisering. In alle al
gemene beschouwingen vanaf 1982 hebben wij - en er zijn meer
dere partijen hier aanwezig in deze zaal - continue gepersi
steerd dat dat er zou komen. We zijn blij dat het nu eindelijk
in de aanmaak is. Het is altijd de bedoeling om te voorkomen
dat er wildgroei zou ontstaan en hier en daar waren die sympto
men toch wel aanwezig. Wat dat betreft is Uw antwoord geheel en